null

De Omgevingswet, handig of toch nog onder het oude stelsel?

De inwerkingtreding van de Omgevingswet lijkt er op 1 januari 2023 dan toch echt te komen. Die inwerkingtreding brengt de nodige wijzigingen met zich mee. Onder andere voor de omgevingsvergunning voor bouwen (bouwvergunning). Casper Dekker en Martine Zeegers lichten die verandering toe in dit blog en bezien of het niet verstandiger is een bouwvergunning, voor zover mogelijk, onder het huidige stelsel aan te vragen.

Inwerkingtreding van de Omgevingswet en gevolgen voor de bouwvergunning

De Omgevingswet beoogt de bouwvergunning alleen voor te schrijven voor activiteiten waarbij een belangenafweging moet plaatsvinden én waartegen derde-belanghebbenden hun bedenkingen kenbaar moeten kunnen maken in het kader van die belangafweging. Op het moment dat een initiatief geheel binnen de vooraf opgestelde duidelijke en ondubbelzinnige regels in het omgevingsplan past dan ligt een bouwvergunning niet voor de hand. De belangenafweging heeft dan immers plaatsgevonden bij het opstellen van de regels in het omgevingsplan.

Verandering(en) na inwerkingtreding van de Omgevingswet

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet veranderen het toetsingskader en vergunningenstelsel voor bouwactiviteiten. Zo komt om te beginnen de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) te vervallen. Voor het verrichten van bouwactiviteiten vormt artikel 5.1 van de Omgevingswet dan het kader. Daaruit volgt dat alleen een bouwvergunning vereist is als sprake is van een geval als aangewezen in het besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bbl bevat regels die nu nog vervat zijn in het Bouwbesluit 2012.

De “knip” voor bouwactiviteiten

Een andere grote verandering is dat voor bepaalde bouwactiviteiten niet één maar twee vergunningen nodig zijn. Dit is het gevolg van de zogenoemde “knip” voor bouwactiviteiten. Met de knip worden de bouwtechnische en de ruimtelijke beoordeling uit elkaar gehaald en gesplitst in twee los van elkaar staande activiteiten. Dat zijn de (technische) bouwactiviteit en de omgevingsplanactiviteit. Deze knip maakt dat

het bouwen van een bouwwerk moet worden getoetst aan twee verschillende soorten regels. Voor de (technische) bouwactiviteit zijn dat de regels uit de hoofdstukken 4 en 5 van het Bbl. Voor de omgevingsplanactiviteit zijn het de regels uit het omgevingsplan.

Technische bouwactiviteit

Bij de beoordeling van de technische bouwactiviteit toetst het college of wordt voldaan aan de technische voorschriften uit het Bbl. Daarnaast kan het zijn dat de gemeenteraad (of het college) een nadere uitwerking van die regels heeft opgenomen in het omgevingsplan. In dat geval wordt ook aan die regels getoetst.

Van belang is te beseffen dat voor de beoordeling van de technische bouwactiviteit, anders dan in het huidige systeem, niet naar de plaats van die activiteit gekeken wordt. Uitsluitend de bouwtechnische risico’s van de bouwactiviteit zijn van belang voor de technische beoordeling. Voldoet het initiatief aan de voorschriften uit het Bbl (en eventueel het omgevingsplan) om de activiteit zonder vergunning te verrichten, dan maakt de plaats van die activiteit niet uit. Anders dan onder het huidige systeem is dus niet van belang of de activiteit aan de voor- of achterkant van een gebouw, in een weiland of zelfs in de openbare ruimte wordt gebouwd. Dat aspect is namelijk onderwerp van de ruimtelijke toets die bij de omgevingsplanactiviteit plaatsvindt.

Omgevingsplanactiviteit

Naast de technische bouwactiviteit, toetst het college wat de ruimtelijke impact van de activiteit is op de omgeving. Een ruimtelijke toets dus, of in de terminologie van de Omgevingswet: de omgevingsplanactiviteit. Het omgevingsplan (waarin in ieder geval huidige regelgeving als het bestemmingsplan, de bouwverordening en de welstandsnota opgaan) vormt daarbij het toetsingskader.

Omdat het omgevingsplan, anders dan het huidige bestemmingsplan, breder kijkt dan de goede ruimtelijk ordening, namelijk de evenwichtige toedeling van functies aan locaties, is het goed mogelijk dat de activiteit meerderde omgevingsplanactiviteiten omvat, waarvoor dus ook meerdere toestemmingen nodig zijn. Zo is het toetsen van een initiatief aan redelijke eisen van welstand een omgevingsplanactiviteit, net als het beschermen van de cultuurhistorische waarden van een gemeentelijk monument of het aanleggen van een inrit.

Binnenplanse- en buitenplanse omgevingsplanactiviteit

Als het initiatief kan worden getoetst aan de regels uit het omgevingsplan, dan wordt gesproken over een binnenplanse omgevingsplanactiviteit. Is het initiatief niet te toetsen aan de in het Omgevingsplan opgenomen regels, dan is sprake van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.

Voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit geldt dat de activiteit acceptabel moet zijn voor de specifieke locatie. Getoetst wordt of het initiatief binnen de omgeving en de toekomstige plannen past. Aan het toestaan van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit moet een deugdelijke motivering ten grondslag liggen. Het college moet motiveren waarom het afwijken van het omgevingsplan met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (toch) aanvaardbaar wordt geacht. Daarbij geldt dat hoe groter de inbreuk van de activiteit is op een omgevingsplan, hoe uitgebreider de motivering van het college moet zijn. Het college komt in dat kader discretionaire bevoegdheid toe.

Naast de toets aan het omgevingsplan, toetst het college ook aan instructieregels en instructies van de provincie en het Rijk. De buitenplanse omgevingsplanactiviteit mag bovendien de doelen van de gemeentelijke omgevingsvisie niet in de weg staan.

Bouwvergunning onder de Omgevingswet of nog onder het huidige systeem?

Ondanks het credo (“eenvoudig, beter”) wordt toch vooral gevreesd voor de te verwachten problematiek, die met name gemeenten, provincies en omgevingsdiensten, als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet, zullen ondervinden. Gelet hierop is het aan te bevelen een bouwvergunning, voor zover mogelijk althans, onder het huidige stelsel aan te vragen.

Meer weten over de Omgevingswet? Neem contact op met Casper Dekker of Martine Zeegers, advocaten bestuurs- en omgevingsrecht.

Dit is het achtste blog uit onze blogreeks gebiedsontwikkeling. U kunt zich hier aanmelden voor de nieuwsbrief van onze marktgroep Bouw. Hierin worden onze blogs en andere interessante wetenswaardigheden op het gebied van bouw en gebiedsontwikkeling gebundeld zodat u snel op de hoogte bent van de laatste ontwikkelingen.