Didam-jurisprudentie augustus 2023: raad ook gebonden aan gelijkheidsbeginsel
Wij schrijven iedere maand blogs naar aanleiding van het Didam-arrest. In de maand augustus signaleren we slechts één gepubliceerde Didam-uitspraak. Op deze uitspraak gaan we in dit blog nader in.
U vindt onze andere blogs door Didam in de zoekbalk op onze website in te typen. Wilt u advies over de gevolgen van het Didam-arrest voor overeenkomsten tussen overheden en marktpartijen of de motivering van een één op één verkoop, neem dan contact op met Diede van der Heijden of Jurgen Vermeulen.
Uitgelicht
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 1 augustus 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:6553) dat de rechtbank terecht een schending van het gelijkheidsbeginsel aan heeft genomen en dat het hoger beroep van de gemeente moet worden afgewezen.
Feiten
De gemeente Montferland is eigenaar van een onbebouwde kavel. Zij heeft in 2019 via een openbare inschrijving geprobeerd deze kavel als incourante onroerende zaak te verkopen. Niemand toonde toen belangstelling. Daarna heeft een bewoner het college gevraagd hem de kans te geven een bod uit te brengen op de kavel. Hij heeft zijn verzoek onder meer toegelicht met de argumenten dat hij zo als starter de kans kreeg een woning te realiseren. De bewoner heeft in de vergadering van de raad van de gemeente hetzelfde verzoek gedaan. Omdat er binnen de raad steun voor het verzoek van de bewoner was, heeft het college met de bewoner overlegd, waarna de bewoner een bod van € 20.000 heeft gedaan.
Het college heeft vervolgens besloten het grootste gedeelte van de bouwkavel opnieuw via een openbare inschrijving in de verkoop te doen om aan een ieder een gelijke kans te geven. Bij deze inschrijving is als voorwaarde vermeld dat de definitieve gunning plaatsvindt door de gemeenteraad. Er zijn meerdere biedingen gedaan, waarvan de hoogste € 50.000 was.
De raad wenst geen goedkeuring te geven aan de verkoop van de kavel aan de hoogste bieder omdat men wenst vast te houden aan de afspraak om de kavel te verkopen aan de bewoner. De hoogste bieder start een procedure en de rechtbank heeft de vorderingen van de hoogste bieder toegewezen. De gemeente is in hoger beroep bij het Hof gegaan.
Beoordeling van het hof
Het hof beslist dat het hoger beroep ongegrond is en dat het vonnis moet worden bekrachtigd. Het college heeft volgens het hof terecht besloten de kavel – tezamen met 6 andere incourante kavels – via inschrijving te koop aan te bieden. Hoewel de NVM-inschrijvingsvoorwaarden daarover niets vermelden, gaan partijen ervan uit dat het hoogste bod als gunningscriterium gold. In ieder geval was geen ander objectief, toetsbaar en redelijk gunningscriterium voor gunning kenbaar. De inschrijvers mochten erop vertrouwen dat de kavel zou worden gegund aan de hoogste bieder.
De raad is als orgaan van de gemeente bij het uitoefenen van zijn goedkeuringsbevoegdheid ook gebonden aan het gelijkheidsbeginsel. De raad kon daarom niet zonder schending van het gelijkheidsbeginsel goedkeuring onthouden aan de koopovereenkomst met de hoogste bieder en het college verzoeken of opdragen de koopovereenkomst met de bewoner te sluiten. Er waren immers vooraf geen objectieve, toetsbare en redelijke criteria vastgesteld op grond waarvan de raad kon beslissen dat de kavel moest worden gegund aan de bewoner.