null

Verhuur sportaccommodaties valt onder Mededingingswet (Wet Markt & Overheid)

Op 9 augustus 2022 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) geoordeeld dat verhuur en ingebruikgeving van sportaccommodaties door overheden is aan te merken als een economische activiteit en dus onder de Mededingingswet (Wet Markt & Overheid) valt. Dat betekent dat bij verhuur en ingebruikgeving een kostendekkende vergoeding aan de exploitant in rekening moet worden gebracht. Verder heeft het CBb geoordeeld dat een door de gemeente verstrekte exploitatiebijdrage bij de beoordeling van de kostendekkendheid moet worden betrokken indien deze als verkapte korting op de huurprijs kan worden gezien. De uitspraak is ook van breder belang voor de terbeschikkingstelling van maatschappelijk vastgoed door overheden.

De casus

De uitspraak gaat over afspraken tussen de gemeente Heumen en een marktpartij over een bestaand en een nieuw te  bouwen multifunctioneel sportcentrum. Het bestaande sportcentrum werd voor een aantal jaar, na het aflopen van een langdurig erfpachtcontract, in bruikleen gegeven in afwachting van het gereed komen van een nieuw sportcentrum op een andere locatie. Dat nieuwe sportcentrum werd vervolgens verhuurd aan dezelfde marktpartij. Ten aanzien van beide accommodaties verstrekte de gemeente een exploitatiebijdrage. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) stelt zich op het standpunt dat de gemeente ten onrechte geen kostendekkende vergoeding aan de marktpartij in rekening brengt. Daarbij heeft de ACM ook de door de gemeente verstrekte exploitatiebijdrage betrokken omdat die als verkapte korting op de huurprijs kan worden gezien.

Lopende de beroepsprocedure van de gemeente tegen het besluit van de ACM heeft de gemeente ook een algemeen belang besluit genomen. Het effect hiervan is dat de verhuur en ingebruikgeving van het sportcentrum buiten de werking van de Mededingingswet wordt gebracht. Het CBb heeft op 9 augustus 2022 ook uitspraak gedaan in het beroep dat door een belanghebbende tegen dat algemeen belang besluit is ingesteld.

Verhuur en ingebruikgeving onroerend goed voor sportbeoefening moet worden aangemerkt als economische activiteit oordeelt het CBb

Allereerst oordeelt het CBb dat verhuur en ingebruikgeving van onroerend goed voor sportbeoefening moet worden aangemerkt als economische activiteit zodat de Mededingingswet daarop van toepassing is. Het verweer van de gemeente dat de verhuuractiviteit niet door particuliere marktdeelnemers zou worden uitgevoerd of dat die verhuuractiviteit niet rendabel is, is hierbij niet van belang.

 

Vervolgens oordeelt het CBb dat de ACM terecht tot de conclusie is gekomen dat de gemeente niet de integrale kosten die zij voor verhuur en ter beschikkingstelling maakt, doorberekent aan de exploitant. Hierbij is onder meer in geschil of de ACM terecht de door de gemeente verstrekte exploitatiebijdrage tot die integrale kosten rekent. Het CBb stelt de ACM op dit punt eveneens in het gelijk. Het CBb vindt van belang dat zowel de verhuur als de exploitatie van het sportcentrum in één overeenkomst zijn opgenomen. Daarbij is de exploitatiebijdrage direct gekoppeld aan de verhuur. Ook vermeldt de overeenkomst dat de exploitatiebijdrage een algemene bijdrage is en dus niet enkel bestemd voor de maatschappelijke activiteiten in het sportcentrum. Tot slot is van belang dat de exploitant geen gescheiden boekhouding van maatschappelijke en commerciële activiteiten voert.

Stel strenge eisen aan de motivering van een algemeen belang besluit

Deze uitspraak is van groot belang voor gemeenten bij de verhuur en ingebruikgeving van maatschappelijk vastgoed. Op dergelijke terbeschikkingstelling van onroerend goed is de Mededingingswet van toepassing en zal dus een kostendekkende vergoeding in rekening moeten worden gebracht. Bij het eventueel verstrekken van een exploitatiebijdrage zal goed moeten worden nagegaan of dit niet veeleer een verkapte korting op de huurprijs vormt. Indien het de bedoeling is bepaalde maatschappelijk relevant geachte activiteiten te subsidiëren, kan wellicht beter worden gekeken naar de mogelijkheden om subsidie te verlenen. Het nemen van een algemeen belang besluit, waarmee de activiteit buiten de werking van de Mededingingswet wordt gebracht, is ook een mogelijkheid. In de op dezelfde datum gewezen uitspraak van het CBb over het algemeen belang besluit dat de gemeente Heumen heeft genomen, gaat dat besluit echter onderuit. Het CBb bevestigt het eerdere oordeel van de rechtbank dat de gemeenteraad niet heeft gemotiveerd welk algemeen belang rechtvaardigt dat verhuur van sportaccommodaties onder de kostprijs moet plaatsvinden. Uit eerdere jurisprudentie blijkt al, dat strenge eisen aan de motivering van een algemeen belang besluit worden gesteld.

Indien u vragen heeft over de Wet markt en overheid en de toepassing daarvan in de praktijk kunt u contact opnemen met Jurgen Vermeulen.