
Arbeidsmarktstandpunten politieke partijen Tweede Kamerverkiezingen 2023
Op 22 november 2023 zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Om u een indruk te geven van hoe de grootste politieke partijen tegenover belangrijke arbeidsrechtelijke onderwerpen staan, vindt u hieronder een totaaloverzicht van de standpunten van de – volgens de huidige peilingen – 8 grootste partijen over:
- Schijnzelfstandigheid zzp’ers
- Minimumtarief, arbeidsongeschiktheid en pensioen zzp’ers
- Minimumloon
- Vormen arbeidscontracten
- Doorbetaling bij ziekte werknemers
- WW
- AOW
*De gekozen stellingen zijn algemeen geformuleerd. De toelichting per partij per stelling vindt u onder het schema.

Schijnzelfstandigheid zzp’ers
VVD: schijnzelfstandigheid is een reëel probleem. Wie in alles een werknemer is, moet ook gewoon een arbeidscontract krijgen. We verduidelijken daarom de regels, waarbij evidente zzp’ers buiten schot blijven. Bij de handhaving richten we ons in eerste instantie op risicosectoren. We werken toe naar een aparte rechtsvorm voor zzp’ers, om iedere zelfstandige ondernemer op voorhand duidelijkheid te kunnen bieden. En we blijven de positie van zzp’ers in de polder versterken.
NSC: Er moeten heldere en meetbare criteria komen voor de relatie tussen zelfstandigen zonder personeel en hun opdrachtgevers. Deze criteria moeten zekerheid bieden voor alle betrokken partijen en handhaafbaar zijn voor toezichthoudende instanties.
Groenlinks/PvdA: We gaan strenger handhaven op schijnconstructies en werken daarbij risicogestuurd, door eerst te kijken naar sectoren zoals de maaltijd- en pakketbezorging. Het werknemer-tenzij-principe wordt ingevoerd: iemand is in principe een werknemer en heeft recht op sociale zekerheid, tenzij wordt aangetoond dat iemand werkt als zelfstandig ondernemer.
PVV: schijnzelfstandigheid komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
BBB: Zorgpersoneel in loondienst moet meer zeggenschap, regie en voorrang krijgen over roosters en werktijden. De vlucht naar ZZP-schap onder zorgpersoneel moet worden voorkomen.
D66: Wij vinden dat mensen zelf moeten bepalen hoe zij hun werkende leven inrichten; als werknemer, als zelfstandige of als werkgever. In de praktijk zien we grote verschillen tussen deze groepen. Dat leidt tot problemen als schijnzelfstandigheid. In lijn met het arbeidsmarktakkoord verkleinen we daarom de verschillen in de fiscaliteit en de sociale zekerheid tussen verschillende vormen van werk om concurrentie op basis van arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Hierdoor wordt de aard van het werk bepalend voor de vorm van de arbeidsrelatie, in plaats van de kosten. We pakken schijnzelfstandigheid hard aan. Een te grote groep mensen bevindt zich in een onzekere positie omdat zij als zelfstandige werk doen, terwijl ze feitelijk werknemer zijn.
Partij voor de Dieren: We bestrijden schijnzelfstandigheid en het dwingen van medewerkers om zzp’er te worden.
SP: We voorkomen dat mensen gedwongen als zelfstandige aan de slag moeten, zoals in de bouw, de zorg of bij bedrijven als Uber. De handhaving hierop wordt flink opgeschroefd.
Minimumtarief, arbeidsongeschiktheid en pensioen zzp’ers
VVD: Veel zelfstandigen zijn nu kwetsbaar bij arbeidsongeschiktheid. Daarom gaan we door met de invoering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, met keuzevrijheid tussen een publieke en een private verzekering. Met de nieuwe pensioenwet breiden we de mogelijkheden voor zelfstandigen om fiscaal aantrekkelijk pensioen op te bouwen, uit. Als de experimenten voor zelfstandigen om direct bij een fonds pensioen op te bouwen succesvol zijn, komen we tot een permanente regeling.
NSC: Wij willen dat er een publieke basisverzekering voor arbeidsongeschiktheid komt voor alle werkenden, zoals is voorgesteld door de commissie Regulering van Werk (2020).
Groenlinks/PvdA: Veel zzp’ers hebben geen vangnet in geval van pech of ziekte. Daarom komt er op termijn een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zzp’ers, met een eerlijke bijdrage van de opdrachtgever en een inkomensafhankelijke premie. Er komen sectorale minimumtarieven voor zzp’ers, die minimaal gelijk zijn aan de volledige kosten van een werknemer in loondienst. Alle werkenden – tot een bepaald inkomen – gaan voortaan verplicht vanaf dag één pensioen opbouwen. Opdrachtgevers van zelfstandigen betalen daaraan mee, zodat ook zzp’ers een fatsoenlijk pensioen opbouwen.
PVV: Geen onnodige extra regels en verplichtingen voor zzp’ers: betaalbaar vrijwillig verzekeren arbeidsongeschiktheid en pensioen.
BBB: Het tarief van ZZP’ers werkzaam in het publieke domein wordt gemaximeerd ten opzichte van het tarief van iemand in vaste dienst inclusief een reële opslag.
D66: Arbeidsongeschiktheid is een risico dat iedereen loopt. Daarom werken we naar een stelsel van sociale zekerheid voor alle werkenden. Als eerste stap voeren we een betaalbare collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering in voor zelfstandigen, zoals geadviseerd door de Stichting van de Arbeid. Hierbij steunt D66 de mogelijkheid voor een opt-out voor zelfstandigen die een uitgebreidere private verzekering willen zoals een beroepsverzekering. Voorwaarde is wel dat de private verzekering ten minste dezelfde dekking en premie heeft, de opt-out uitvoerbaar en betaalbaar is en niet de solidariteit van de publieke verzekering ondermijnt.
Samen met pensioenfondsen zorgen we ervoor dat ook zelfstandigen zich bij een passend pensioenfonds kunnen aansluiten en goede voorlichting kunnen krijgen over de keuzemogelijkheden die ze hebben.
Partij voor de Dieren: Zelfstandigen hoeven hun sociale zekerheid niet langer op te geven om concurrerend te zijn. Er komt een publieke voorziening voor arbeidsongeschiktheid en pensioen voor alle zelfstandigen, waar de opdrachtgevers aan meebetalen. Mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden, krijgen recht op een uitkering (WIA) vanaf 15% arbeidsongeschiktheid.
SP: Voor ZZP’ers verbeteren we de sociale zekerheid, onder meer door het recht op een goed en betaalbaar pensioen en een betaalbare collectieve verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
Minimumloon
VVD: In Nederland zou je met een voltijdsbaan rond moeten kunnen komen. We stellen onszelf het doel om werkende armoede zo snel mogelijk terug te dringen. Om dit te bereiken verhogen we het minimumloon.
NSC: Bestaanszekerheid betekent allereerst dat we het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen herijken. Dat doen we in de loop van 2024 bij de implementatie van de Europese richtlijn inzake toereikende minimumlonen. Het inkomen van huishoudens uit arbeid moet volgens deze richtlijn ten minste ‘toereikend’ zijn om in de basisbehoeften te kunnen voorzien.
Bij het bepalen van het niveau houden we rekening met het gegeven dat Nederland reeds in de Europese top 3 staat van EU-landen met het hoogste minimumloon en met de effecten op de werkgelegenheid. We behouden het minimum jeugdloon, maar brengen het niveau dichter bij het volwassen minimumloon
Groenlinks/PvdA: Wij verhogen het minimumloon naar € 16 per uur (60% van het mediaan brutoloon) en verankeren het minimumloon op 60% van het mediane loon in de wet, in lijn met de Europese richtlijn. Het minimumloon gaat gelden voor iedereen vanaf achttien jaar en we passen ook de staffeling voor het jeugdloon onder de 18 jaar hierop aan.
PVV: We verhogen het wettelijk minimumloon, waardoor werkenden maar ook gepensioneerden en mensen met een uitkering er in koopkracht op vooruit gaan.
BBB: We verhogen de bijstandsuitkering en het minimumloon zodat in voldoende mate rekening wordt gehouden met de inflatie en de gestegen kosten van levensonderhoud.
D66: We verhogen het minimumloon naar tenminste €17,50 in 2028.
Partij voor de Dieren: Omdat de inflatie de bestaanszekerheid bedreigt, verhogen we het minimumloon naar 16 euro per uur. Aangezien de inflatie niet verdwenen is, hanteren we de vuistregel dat het minimumloon meebeweegt met de andere inkomens en minimaal 60% van het mediane inkomen in Nederland is.
SP: We verhogen het minimumloon tot 16 euro per uur. Het minimum jeugdloon vanaf 18 jaar schaffen we af, zodat ook jongeren een gelijk loon krijgen voor gelijk werk.
Vormen arbeidscontracten
VVD: Werkende armen hebben nu vaak last van een te onzeker arbeidscontract. Daarom gaan we door op de ingezette hervormingen op de arbeidsmarkt, waarmee we meer zekerheid willen bieden aan mensen die in een flexibel contract zitten en meer wendbaarheid willen geven aan ondernemers om een goede werkgever te kunnen zijn.
NSC: Normale dienstverbanden worden de norm. Uitzendarbeid is voorbehouden voor ‘piek en ziek’ en zelfstandigen krijgen duidelijkheid over de kaders waarbinnen zij kunnen ondernemen. De fiscale en sociale behandeling van werknemers, uitzendkrachten en zelfstandigen wordt zo veel mogelijk gelijkgetrokken, zodat uitzendbureaus en zelfstandigen niet met werknemers concurreren op arbeidsvoorwaarden.
Groenlinks/PvdA: We belonen werkgevers die mensen in vaste dienst nemen; werkgevers die dat niet doen gaan meer betalen. De overheid stimuleert het aanbieden van vaste contracten door de looptijd van aanbestedingen en subsidies te verlengen.
PVV: Vormen arbeidscontracten komen niet terug in het verkiezingsprogramma.
BBB: De hervorming van de arbeidsmarkt wordt integraal en in lijn met het SER-advies voortgezet. Meer flexibiliteit in vaste arbeidscontracten en minder verschillen tussen vast en flexibel/ZZP zijn nodig.
D66: Wij zijn voor een hoger loon, flexibelere uren en meer keuze in diensten. Zodat werkenden niet elkaar beconcurreren maar zich sterk kunnen maken ten opzichte van de werkgever.
Partij voor de Dieren: We beperken het aantal verschillende arbeidscontracten tot vaste en tijdelijke contracten voor regulier werk, het uitzendcontract om ziekte of grote drukte op te vangen, en het zelfstandigencontract voor zzp’ers.
SP: We stoppen met de uitbuiting van werknemers, door een einde te maken aan alle vormen van onzekere arbeidscontracten, zoals nulurencontracten. Een vast contract moet de norm zijn.
Doorbetaling bij ziekte werknemers
VVD: Zieke werknemers vormen nu een te groot risico voor kleine werkgevers. Daarom gaan we verder met de ingezette hervorming van de loondoorbetalingsregels. We proberen deze hervorming voor kleine ondernemers zo aantrekkelijk mogelijk te maken, en de hoeveelheid bureaucratie te verminderen.
NSC: De voor werkgevers verplichte loondoorbetaling bij ziekte gaat naar één jaar. Indien werkgevers hun re-integratieverplichtingen onvoldoende zijn nagekomen, kan het UWV een jaar langer loondoorbetaling opleggen.
Groenlinks/PvdA: Werknemers in loondienst houden dezelfde rechten en plichten die ze nu hebben, zoals loondoorbetaling bij de eerste twee jaar ziekte (de wachttijd) en eventueel via een cao vastgelegde bovenminimale verzekeringen.
PVV: Doorbetaling bij ziekte van werknemers komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
BBB: Doorbetaling bij ziekte van werknemers komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
D66: De onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) komt begin 2024 met een advies over een stelsel voor langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dit advies moet ter hand worden genomen om het stelsel van arbeidsongeschiktheid aan te passen. In tussentijd moet er alvast worden gewerkt aan een minder theoretisch arbeidsongeschiktheidscriterium en moet er meer rekening worden gehouden met mensen met een urenbeperking.
Partij voor de Dieren: Doorbetaling bij ziekte van werknemers komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
SP: Doorbetaling bij ziekte van werknemers komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
Werkloosheid
VVD: We willen mensen die werkloos zijn geworden in staat stellen zich volledig te richten op het vinden van een nieuwe baan. Daarom komen we direct na het werkloos worden met een hogere WW-uitkering, die stapsgewijs afbouwt.
NSC: We pleiten ervoor om (naar Deens model) ‘leerpaden’ te ontwikkelen voor de top 10-functies met een groot personeelstekort. Het UWV en de gemeentelijke diensten stellen middelen ter beschikking voor de bekostiging van deze leerpaden, indien het persoonlijk ontwikkelbudget van mensen niet toereikend blijkt te zijn. Kies je voor één van de leerpaden, dan wordt de sollicitatieplicht in de WW opgeschort.
Groenlinks/PvdA: We verlengen de kortdurende WW, voor mensen die een half jaar hebben gewerkt, van drie naar zes maanden. De langdurende WW, voor mensen met een langere werkgeschiedenis, verkorten we niet. Iedereen die zonder werk komt te zitten, krijgt een persoonlijk plan: bijvoorbeeld om- of bijscholing, verslavingszorg of een time-out.
PVV: De WW-uitkering komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
BBB: De WW-uitkering komt niet terug in het verkiezingsprogramma.
D66: We investeren in scholing en begeleiding voor mensen in de WW. Daarnaast verhogen we de WW-uitkering in de eerste maanden na ontslag, zodat het inkomensverlies in die periode wordt beperkt. Dit doen we budgetneutraal, door de WW-uitkering later in stapjes te verlagen.
Partij voor de Dieren: We verlengen de kortdurende WW naar zes maanden.
SP: We laten de koppeling tussen lonen en uitkeringen in stand.
AOW
VVD: Omdat veel mensen verplicht sparen voor later, hebben wij een sterk pensioenstelsel. Maar daarbinnen moet er ruimte zijn voor zoveel mogelijk keuzevrijheid, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken de AOW later in te laten gaan voor een hogere uitkering, de pensioenpremie maximaal vijf jaar stop te zetten en met de Wet bedrag ineens bij pensionering een deel van het opgebouwde pensioen op te nemen.
NSC: De AOW en andere uitkeringen blijven gekoppeld aan het minimumloon.
Groenlinks/PvdA: Onnodig complexe regels in de AOW willen we wegnemen.
PVV: Verlagen AOW-leeftijd naar 65 jaar.
BBB: BBB vindt het belangrijk dat de afbouw van toeslagen gefaseerd en zonder koopkrachtval gaat. Onder andere AOW-gerechtigden die volledig afhankelijk zijn van toeslagen dienen gecompenseerd te worden.
D66: We verhogen de AOW, zodat gepensioneerden er netto op vooruit gaan en de AOW meer in evenwicht komt met andere uitkeringen.
Partij voor de Dieren: Wie heeft gewerkt in een zwaar beroep, krijgt vanaf 65 jaar AOW. We maken het mogelijk om te kiezen voor een lagere AOW-leeftijd in ruil voor een evenredig aangepaste AOW-uitkering. Mensen die pensioen opbouwen kunnen kiezen voor een flexibele pensioenleeftijd of een deeltijdpensioen. De AOW-uitkering gaat omhoog. Dit pakt relatief gunstig uit voor gepensioneerden met een laag of geen aanvullend pensioen.
SP: We draaien de nieuwe pensioenwet (het casinopensioen) terug. We verlagen de AOW-leeftijd naar 65 jaar, zodat iedereen voortaan vanaf 65 jaar kan stoppen met werken. We maken een nieuwe en veel eerlijker pensioenwet, waarin werknemers het recht krijgen om ook na hun 65ste door te werken, als ze daar zelf bewust voor kiezen.
Bron: verkiezingsprogramma’s politieke partijen
Dit overzicht is gemaakt door Tymen Blaak en Anouk Esveld, student-stagiaires Arbeidsrecht, en Minke Holdtgrefe en Simone Remis.
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op.