De Wet vaste huurcontracten: wat betekent dit voor u?
Het is (eindelijk) duidelijk: de Wet vaste huurcontracten treedt écht per 1 juli 2024 in werking. Huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd worden voor de verhuur van woningen weer het uitgangspunt. Tijdelijke verhuur is alleen nog bij uitzondering mogelijk. Welke uitzonderingen zijn dat en wat betekent dit in de praktijk?
Wanneer is tijdelijke verhuur nog mogelijk?
Het sluiten van tijdelijke huurovereenkomsten is per 1 juli 2024 alleen nog mogelijk aan:
- personen die voor hun studie tijdelijk in een andere gemeente binnen Nederland willen wonen of afkomstig zijn uit het buitenland en in Nederland studeren;
- huurders die in verband met dringende werkzaamheden of renovatie hun woning moeten verlaten en daardoor tijdelijk een andere woning moeten betrekken;
- personen afkomstig uit maatschappelijke opvang of in een sociale noodsituatie met een aantoonbaar urgente huisvestingsbehoefte;
- huurders met wie de verhuurder een tweede-kans-huurovereenkomst aangaat;
- personen die als nabestaande van een overleden huurder niet de huur van de woning, waarin zij op het tijdstip van overlijden van die huurder hun hoofdverblijf hadden, kunnen voortzetten op voet van art. 7:268 BW;
- personen met één of meer minderjarige kinderen, die niet langer een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren met de andere ouder van die kinderen en die in de nabijheid van hun kinderen willen blijven wonen;
- personen die voor hun werk tijdelijk op Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel of Vlieland een woning nodig hebben; en
- vergunninghouders die direct voorafgaand aan de huurovereenkomst in een opvangcentrum verbleven en tijdelijk een woning huren in afwachting van definitieve huisvesting door de betrokken gemeente.
Wat betekent dit in de praktijk?
Als verhuurder kunt u per 1 juli 2024 dus alleen nog tijdelijke huurovereenkomsten sluiten met personen die vallen onder de hierboven genoemde uitzonderingen. De tijdelijke huurovereenkomsten kunnen voor alle type woningen gesloten worden voor de duur van maximaal twee jaar. De (huidige) mogelijkheid tot het sluiten van tijdelijke huurovereenkomsten voor onzelfstandige woningen voor de duur van maximaal vijf jaar komt te vervallen.
Huurovereenkomsten voor dezelfde woning, met dezelfde huurder, kunnen – zoals dat nu ook geldt – maar één keer tijdelijk worden gesloten. Na verloop van twee jaar ontstaat van rechtswege een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd als (1) het gebruik van de woning door dezelfde huurder wordt voortgezet of (2) het einde van de huurovereenkomst niet tijdig door de verhuurder is aangezegd. In deze situaties maakt de huurder aanspraak op huurbescherming. U heeft dan een wettelijke opzeggingsgrond nodig om de huurovereenkomst op te kunnen zeggen.
Om te voorkomen dat de huurder huurbescherming toekomt, moet het einde van de huur dus tijdig worden aangezegd. Dit betekent dat u de huurder binnen een periode van één tot drie maanden vóór de einddatum schriftelijk moet informeren over het einde van de huurovereenkomst. Doet u dit niet, te vroeg of te laat dan wordt de tijdelijke huurovereenkomst omgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Wees hier van bewust en let hier goed op.
Overgangsrecht
De nieuwe wet geldt alleen voor tijdelijke huurovereenkomsten die op of na 1 juli 2024 worden gesloten. De wet is dus niet van toepassing op tijdelijke huurovereenkomsten die vóór 1 juli 2024 zijn gesloten. Deze huurovereenkomsten blijven lopen tot de overeengekomen einddatum.
Slot
Heeft u vragen over het sluiten van tijdelijke huurovereenkomsten? Wij denken graag met u mee. Neem vrijblijvend contact op met Daniëlle de Vos of Dagmar van der Wal.