
Ontslag op staande voet van gemeenteambtenaar
Dat frauderen ontegenzeggelijk een reden voor ontslag is, bleek maar weer uit een recente uitspraak van het Hof Den Haag. Het hof bepaalde dat het eerder gegeven ontslag op staande voet aan een ambtenaar van de gemeente Den Haag rechtsgeldig was gegeven. Wat was hier aan de hand?
Feiten
De werknemer is op 1 juni 2010 in dienst getreden bij de gemeente Den Haag en is werkzaam in de functie van controller. Op 23 december 2019 ontving een medewerker van de Handhavingsorganisatie via het door de gemeente gebruikte administratieve systeem “Oracle” het verzoek van de werknemer om een factuur van ZSN Advies & Beheer (hierna: “ZSN”) ter hoogte van EUR 72.585,48 goed te keuren. Omdat ZSN onbekend was, zijn medewerkers van de gemeente verder in het administratieve systeem gaan zoeken. Zij hebben vervolgens nog meer bedrijven aangetroffen, die zij als verdacht hebben aangemerkt. Daarop heeft de afdeling Internal Audit op 30 december 2019 een “quick scan” laten uitvoeren naar de specifieke facturatie in relatie tot het aanvragen van betalingen aan een viertal leveranciers in verband met mogelijke onregelmatigheden.
Naar aanleiding van deze “quick scan” heeft de gemeente op 8 januari 2020 besloten een integriteitsonderzoek naar de werknemer te starten. Het onderzoek is uitgevoerd door Hoffmann Bedrijfsrecherche B.V. (“Hoffmann”). Op 3 maart 2020 heeft Hoffmann een rapport uitgebracht, waaruit blijkt dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere integriteitsschendingen. De werknemer heeft een actieve rol gehad in het inkoop- en facturatieproces, terwijl dit geen onderdeel is van zijn werkzaamheden in de functie van financial controller en hij hiervoor ook geen mandaat heeft. Het totale bedrag waarin de werknemer bemoeienis had en dat is betaald door de gemeente aan de bedrijven bedraagt mogelijk EUR 1.778.362,22. Op 4 maart 2020 is de werknemer door de gemeente op staande voet ontslagen.
De werknemer is het hier niet mee eens en vecht het ontslag tevergeefs bij de kantonrechter aan, waarna hij hoger beroep instelt bij het Hof Den Haag.
Oordeel hof
Dringende reden
Naar het oordeel van het hof is sprake van een dringende reden die het ontslag op staande voet rechtvaardigt. De dringende reden betreft de actieve en ongepaste rol die de werknemer in het inkoop- en facturatieproces heeft gespeeld waarmee hij de gemeente, die heeft betaald voor niet-geleverde diensten, ernstig heeft benadeeld. Het hof beperkt zich tot de beoordeling van twee gevallen, die het hof elk afzonderlijk als een dringende reden aanmerkt. Een oordeel over de andere gevallen in het rapport van Hoffmann hoeven daarom niet te worden gegeven, aldus het hof.
Factuur Tax Beheer & Onderhoud B.V.
Binnen de Dienst Stadsbeheer (DSB) is een proces voorgeschreven voor de behandeling van facturen. Het hof gaat ervan uit dat de werknemer een factuur van Tax Beheer & Onderhoud B.V. (Tax) in omloop heeft gebracht die door hem zelf is gemaakt. Hier speelt verder een rol dat de werknemer dit bewust moet hebben getimed/georganiseerd. Voor de betaling was nodig dat de factuur goedgekeurd werd door iemand die daarvoor gemandateerd was. Degene die moet kunnen beoordelen of er door Tax was gepresteerd of niet, was de projectleider contractenbeheer. Deze was op 28 mei 2019 met ziekteverlof. Dit had als gevolg dat in Oracle, waarin de processen lopen, een “vakantieregel” was ingesteld, die inhoudt dat iemand anders de betaling kon goedkeuren. Door deze regel heeft projectondersteuner de factuur “doorgezet” naar de manager met de opmerking dat de factuur al door de werknemer was goedgekeurd vanwege een correctie (die op de factuur door de werknemer met de hand was bijgeschreven). De manager, die dus niet inhoudsdeskundig was ten aanzien van het presteren van Tax, heeft de factuur toen vervolgens in vertrouwen goedgekeurd.
Zelfde handelwijze ten aanzien van ZSN Advies & Beheer
De handelwijze van de werknemer ten aanzien van ZSN laat hetzelfde beeld zien. Van belang voor de betekenis van de handelwijze van de werknemer is wat A heeft verklaard over de samenwerking met de werknemer. De gemeente heeft tegen A een procedure aangespannen over betalingen aan een andere onderneming, te weten Interpoint. Deze onderneming heeft Hoffmann ook betrokken in het onderzoek naar de werknemer en Hoffmann is tot gelijksoortige bevindingen gekomen als hier ten aanzien van Tax en ZSN.
Contant geld
Volledigheidshalve, maar strikt terzijde – het is voor de beoordeling van de dringende reden niet (mede)beslissend – gaat het hof nog in op het feit dat de werknemer beschikte over een bedrag van EUR 120.000 aan contant geld. Dat is voor een persoon met het salaris van de werknemer een zeer aanzienlijk bedrag, zeker om als contant geld aan te houden. Het vermoeden is gerechtvaardigd dat er een verband is met de handelwijze van de werknemer, bijvoorbeeld ten aanzien van de in het geding zijnde facturen van onder meer Tax en ZSN in die zin dat de door de gemeente ten onrechte betaalde bedragen in ieder geval ten delen aan de werknemer ten goede zijn gekomen. Het had op de weg van de werknemer gelegen hierover duidelijkheid te geven. Dat heeft de werknemer niet gedaan, omdat het geld naar zijn zeggen spaargeld is en een privézaak betreft. Dit laatste is zo vaag en algemeen dat dit het hof niet overtuigt.
Kort en goed, oordeelt het hof dat de werknemer een ongepaste rol heeft gespeeld in het inkoop- en facturatieproces en daarmee de gemeente, die heeft betaald voor niet geleverde diensten, ernstig benadeeld. Het oordeel van de kantonrechter wordt dan ook door het hof bekrachtigd.
Afsluitend
In deze zaak werd eerder door de kantonrechter nog expliciet verwezen naar deambtelijkeintegriteit. Evenwel is de stellige inschatting dat de rechter met een verwijzing naar de integriteit van een werknemer in het algemeen ook wel zou hebben geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.