Precontractuele fase bij overnames en de Intentieverklaring
Iedere dag sluit ieder van ons overeenkomsten. Deze komen tot stand door een aanbod en aanvaarding. Vaak zijn bij wat grotere overeenkomsten de zaken echter niet zo simpel en wordt er voordat er een overeenkomst wordt gesloten tussen partijen onderhandeld over wat er in deze overeenkomst zal worden opgenomen. De zogenaamde precontractuele fase, deze eindigt wanneer er een overeenkomst wordt gesloten of wanneer de onderhandelingen definitief worden gestaakt.
In principe bestaat in Nederland het beginsel van de contractvrijheid en staat het partijen vrij om onderhandelingen af te breken op het moment dat er nog geen overeenkomst is. Maar indien partijen met elkaar in onderhandeling treden, dan ontstaat er een rechtsverhouding beheerst door rechtsnormen. Deze rechtsverhouding is onderworpen aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, hetgeen in algemene zin betekent dat, partijen over en weer rekening moeten houden met elkaars gerechtvaardigde belangen. Er kan dan dus een situatie ontstaan dat partijen niet meer zomaar de onderhandelingen kunnen afbreken. Dit geldt indien de andere partij een gerechtvaardigd vertrouwen in het tot stand komen van de overeenkomst had. De afbrekende partij kan in zulk geval aansprakelijk zijn en verplicht worden mogelijke schade aan haar wederpartij te vergoeden.
Aansprakelijkheid voor het afbreken van onderhandelingen wordt enkel aanvaard als het afbreken daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Het afbreken van onderhandelingen is onaanvaardbaar indien de afbrekende partij de andere partij het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gegeven dat het tot een overeenkomst zou komen. Dit kan dan anders zijn indien er een gerechtvaardigd belang is om af te breken of indien er omstandigheden zijn die het afbreken rechtvaardigen.
Bij het beoordelen van de vraag of de afbrekende partij aansprakelijk is, wordt door de rechter rekening gehouden met in hoeverre de afbrekende partij heeft bijgedragen aan het ontstaan van het gerechtvaardigde vertrouwen en of er zich onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan tijdens de onderhandelingen. De schade voor het onterecht afbreken van de onderhandelingen kan een negatief of zelfs positief contract belang zijn.
Intentieverklaring
Om dit risico tijdens de onderhandelingen te beperken partijen vaak een overeenkomst om hun onderlinge rechtsverhoudingen in de precontractuele fase te regelen. In het Nederlands is dit de intentieverklaring maar de Engelse termen ‘letter of intent’, ‘memorandum of understanding’ of ‘term sheet’ worden ook veel gebruikt.
In een dergelijke intentieverklaring kunnen afspraken worden opgenomen omtrent de grenzen waarbinnen partijen verplicht zijn om met elkaar te onderhandelen. Daarbij kan men denken aan afspraken over wanneer tussen partijen een overeenkomst bestaat en eventuele voorbehouden op grond waarvan een partij onderhandelingen mag afbreken, zoals het voltooien van het due diligence onderzoek en goedkeuring van bijvoorbeeld de Raad van Commissarissen van één van de partijen.