Na het sluiten van een aannemingsovereenkomst, veelal op basis van de Uniforme administratieve voorwaarden (UAV) of UAV-GC (geïntegreerde contracten), kunnen geschillen ontstaan tussen opdrachtgever en aannemer. Vaste thema’s die hierbij een rol spelen, zijn opleveringsproblematiek alsmede gebreken gedurende de onderhoudstermijn. Hierbij is het uitgangspunt dat een aannemer na oplevering niet meer aansprakelijk is voor kenbare gebreken, maar wel voor verborgen gebreken. Voor een dergelijke aansprakelijkheid kunnen weer uitzonderingen gelden in de onderhoudstermijn.

Problemen bij garantie

In garantieproblematieken speelt regelmatig de vraag of een gebrek onder de beschrijving van de garantie valt en/of genoegzaam en deugdelijk is hersteld tijdens de garantieperiode. Ook discussiëren partijen veelal over de vraag of er nog een mate van aansprakelijkheid bestaat na de garantieperiode in relatie tot de garantievoorwaarden. Of als eventueel herstel plaatsvindt tijdens de garantie, maar na garantie nieuwe gebreken ontstaan.
Bijzonder is ook de waarschuwingsplicht voor onjuistheden in de opdracht waarbij onderwerp van discussie kan zijn in hoeverre deze onjuistheid door de aannemer onderkend had moeten worden. Hier speelt de bijzondere situatie, met name in aanbestedingsprocedures, dat een aannemer zich geconfronteerd ziet met een korte inschrijvingsperiode. In tegenstelling tot de opdrachtgever die langdurige voorbereidingen heeft getroffen voordat hij het bestek in de markt zet, al dan niet bijgestaan door specialistische adviseurs.

Werken met onderaannemers

In geval van contracten met onderaannemers kunnen ook lastige situaties ontstaan. Bijvoorbeeld als een aannemer geconfronteerd wordt met een wanpresterende onderaannemer. Of als hij uitermate ontevreden is over een eventuele voorgeschreven onderaannemer en/of als hij een onderaannemer waarmee hij zich heeft ingeschreven en waarop hij in de aanbesteding een beroep heeft gedaan, tijdens de uitvoering moet vervangen en dit niet zonder meer gaat.

Gevolgen meer- en minderwerk

Ook over meer- en minderwerk zijn vaak discussies in geval van bestekswijzigingen, afwijkingen van hoeveelheden, afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden of noodzakelijke aanpassingen lopende de uitvoering van het werk. Zowel bouw- als aanbestedingsrechtelijk kent dit juridische consequenties. Denk bijvoorbeeld aan de situatie als de wijzigingen zover doorvoeren dat het gevaar bestaat dat er sprake is van een wezenlijke wijziging en dus een nieuwe overheidsopdracht als gevolg hiervan moet worden aanbesteed. Om te komen tot een juiste beoordeling voor aanbesteder en aannemer is kennis van zowel het bouwrecht als het aanbestedingsrecht hiervoor noodzakelijk.

Korting als gevolg van vertraging

Helaas zien we dat heel wat werken geconfronteerd worden met stagnatie en vertraging, waardoor een aannemer tegen een door de opdrachtgever opgelegde korting aanloopt. Primair is dan de vraag voor wiens rekening de korting komt. Als de aannemer meent dat deze voor rekening van de opdrachtgever moet komen, moet hij hem hier tijdig op hebben gewezen. Ook moet hij de daarbij behorende kosten genoegzaam duidelijk hebben gemaakt om een eventuele claim te kunnen verzilveren. Dit is in het algemeen genomen niet makkelijk voor de aannemer doordat hierbij veel aspecten een rol spelen.

Woningborggeschillen

We kennen ook de woningborggeschillen. Kennis van de woningborgregeling en de houding van arbiters bij een eventuele arbitrage is van groot belang voor een succesvolle afronding van een dergelijke arbitrage. Criteria als goed en deugdelijk werk, de ondergeschiktheid van de positie van de consument en de daarbij behorende kostenverdeling voor een arbitragezaak zijn aspecten waarmee rekening moet worden gehouden tijdens de geschillen met dergelijke partijen.

Let op! Verjaring en verval spelen beide een grote rol in het bouwrecht. Hierbij moet voorkomen worden dat eventuele aanspraken verloren gaan.