null

De Rotterdamse haven als speelbal van de Chinese overheid

In 2019 verscheen het boek “De nieuwe wereldorde, hoe China sluipenderwijs de macht overneemt’ van hoogleraar Rob de Wijk. In het boek wordt een onthutsend beeld geschetst van een niet te stuiten totalitair regime, waarvan de leider in 2017 openlijk heeft uitgesproken dat de Volksrepubliek China in 2047 de leider van de wereld wil zijn. Ook de Rotterdamse haven ontkomt niet aan de invloed van de Chinese grootmacht. Tijdens het Havendebat in 2019 stelde prof. De Wijk dat China wel bewust miljarden heeft gepompt in andere Europese havens zoals Piraeus (Griekenland), Triest en Genua (Italië). “In China maken zij er geen geheim van dat dit ten koste moet gaan van de havens hier’’ aldus de Wijk. Het is overigens nog maar de vraag of de neergang van de Rotterdamse haven het uiteindelijke doel  van deze investeringen is. Ook in de Rotterdamse haven wordt immers fors geïnvesteerd door Chinese (vaak staats-) bedrijven. Het uiteindelijke doel lijkt veeleer te zijn: volledige controle over de mondiale logistieke keten. En dat laatste is minstens zo zorgwekkend.

De rechtelijke macht is niet onafhankelijk

De Volksrepubliek China is immers geen rechtstaat in de Europese zin van het woord; er is geen sprake van scheiding van machten. De rechterlijke macht is niet onafhankelijk; de rechtbanken maken integraal deel uit van de staatstructuur en opereren niet onafhankelijk. Bovendien is de Communistische Partij aanwezig in elk van de Staatsorganen. Daarnaast heeft China een bedenkelijke reputatie op het gebied van mensenrechten. Wereldwijd is met afschuw gereageerd op de wijze waarop Oeigoeren en andere etnische groepen door de Chinese overheid worden behandeld. Het laatste rapport van Amnesty International liegt er niet om.

China groeit door

De discussie over de Chinese invloed in de Rotterdamse haven lijkt te zijn geluwd. En, zoals een oud – dit keer niet Chinees – spreekwoord zegt: we dronken een glas, deden een plas, en alles bleef zoals het was. De pandemie creëerde bovendien begrijpelijkerwijs andere prioriteiten. Dat wil alleen niet zeggen dat China nu opeens een andere koers is gaan varen, integendeel.

Het Chinese staatsbedrijf Hutchison heeft dit voorjaar de overslagterminal APMTR aangekocht. Het  staatsbedrijf, dat al sinds 2002 meerderheidsaandeelhouder is van ECT, neemt de terminal over van het Deense Maersk. Daarnaast heeft China Merchant Port onlangs een aandeel van 30% verworven in de Rotterdamse containerterminal RWG. Met deze overname werd China Merchant Port het derde Chinese staatsbedrijf met een groot belang in de Rotterdamse containersector. Cosco kocht een aantal jaar eerder immers al een belang van 35% in ECT’s Euromax containerterminal.

Vrije markt economie in China

Chinese staatsbedrijven maken in Europa onverminderd ten volle gebruik van de vrije markteconomie. En geef hen eens ongelijk. De mogelijkheid is er namelijk. Het gaat alleen schuren op het moment dat de regels van de vrije markteconomie in China zelf niet worden gerespecteerd. Daarnaast is er een situatie ontstaan, waarbij Chinese bedrijven met bodemprijzen internationale opdrachten weghalen, daarbij geholpen door schier onuitputtelijke subsidies en kredieten van de Chinese staat. Er is kortom geen sprake van een ‘level playing field’. Als je een potje speelt, moet je je wel aan dezelfde regels houden. Pieter van Oord van het gelijknamige baggerbedrijf heeft onlangs nog een beroep gedaan op Europese politici om niet naïef te zijn. Van Oord voelt de bui al hangen nu de Chinese bouwgigant, geholpen door onuitputtelijke staatsteun, op een ongelijke wijze meestrijdt om een prestigieus project om de Elbe te verdiepen en verbreden.

Ongelijk speelveld Europese en Chinese bedrijven

Op Kamervragen naar aanleiding van deze uitlating heeft de Minister Kaag (Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking) in april 2021 gesteld: “Het kabinet maakt zich in toenemende mate zorgen over een ongelijk speelveld tussen Europese en Chinese bedrijven. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om situaties waarbij Chinese bedrijven met staatssteun de Europese markt betreden en zo op ongelijke voet concurreren met Europese spelers.” Zij ziet de oplossing in (Europese) regelgeving.

Minister Kaag heeft een punt; het mondiale probleem van een oprukkende economische grootmacht is niet lokaal op te lossen aan de Coolsingel, in Café Loos of in de Ballentent. Niet Rotterdam, niet Nederland, maar Europa zou mondiaal op moeten treden en dat lijkt nu ook - in Brussel – eindelijk te gaan gebeuren.

Tools voor de Europese Commissie

In 2020 is er door de Europese Commissie een witboek gepubliceerd, waarmee de discussie op gang  wordt gebracht. In navolging van deze publicatie heeft de Europese Commissie op 5 mei jl. een voorstel voor een EU-verordening betreffende verstorende buitenlandse subsidies bij het Europees Parlement neergelegd. Kort gezegd heeft dit voorstel drie componenten.

  • Als een derde partij van plan is een Europese onderneming met een waarde van meer dan 500 miljoen euro over te nemen, en als deze derde partij meer dan 50 miljoen euro staatssteun heeft ontvangen in de afgelopen 3 jaar,  dan dient deze staatssteun te worden aangemeld bij de Europese Commissie.
  • Indien een derde partij zich inschrijft op een Europese overheidsopdracht met een waarde van meer dan 250 miljoen euro, dient deze partij haar eventueel te ontvangen staatssteun aan te melden bij de Europese Commissie.
  • Op basis van de verordening kan de Europese Commissie een onderzoek instellen naar eventuele oneerlijke concurrentie bij kleinere overnames en aanbestedingen.

Met deze tools kan de Europese Commissie onder andere derde partijen uitsluiten van overheidsaanbestedingen, die leiden tot oneerlijke concurrentie. Ook kan de Europese Commissie geldboetes opleggen, indien een derde partij zich niet houdt aan de aanmeldingsplicht. Voor de goede orde we hebben het hier over zeer grote partijen, waarbij China de olifant in de kamer is. Wellicht kan nog worden nagedacht over het verlagen van de gehanteerde bedragen.

Eerlijke concurrentie

Het voorstel wordt nu behandeld volgens de gewone wetgevingsprocedure. Dit betekent dat het Europees Parlement en de Raad van Ministers aan het overleggen zijn over het voorstel. Als deze partijen het met elkaar eens zijn geworden, zal de Europese Commissie handvatten hebben om de door de Chinese overheid gefinancierde ondernemingen aan te pakken. Nu maar hopen dat dat op tijd gebeurt. In de Rotterdamse haven lijkt geen bezwaar te bestaan tegen Chinese investeringen, maar alleen als dat op basis van eerlijke concurrentie gebeurt.

Heeft u vragen over actuele maatregelen binnen de haven? Neem contact op met Aram van Bunge of Kelly Both.