null

Hulp aan illegale immigranten: weldaad of misdaad?

In Lloyds List van 6 januari jl. verscheen een artikel over een wetswijziging in Engeland dat zeelui die illegale immigranten op zee helpen “decriminaliseren”. Zonder die wetswijziging zouden de zeelui vervolgd kunnen worden voor medeplichtigheid aan mensensmokkel. Hoe zit dat naar Nederlands recht?

Plicht om drenkelingen te redden

Uitgangspunt, niet alleen voor Nederlands recht, maar voor (bijna) alle rechtsstelsels, is dat er een plicht bestaat voor kapiteins van schepen om mensen in nood op zee te redden. Dat is neergelegd in het door bijna alle landen ondertekende Verdrag inzake het Recht van de Zee. Nadat mensen in nood zijn gered, moeten ze bovendien naar een ‘veilige plaats’ worden gebracht. Wat bedoeld wordt met ‘veilige plaats’ is niet helemaal duidelijk; richtlijnen van de International Maritime Organisation (IMO) geven aan dat als een veilige plaats kan worden beschouwd als een locatie waar het leven van de geredde drenkelingen niet meer in gevaar is en waar deze mensen toegang hebben tot basisbehoeften zoals eten, drinken,onderdak en medische verzorging

Strafbare feiten

Naast het zeerecht is ook het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen relevant. Op grond van artikel 7 van het Vluchtelingenverdrag mag een vluchteling of migrant niet minder worden behandeld dan een andere vreemdeling. Een onderscheid op basis van het soort vreemdeling is dus niet toegestaan. Iemand niet uit zee halen omdat het een migrant of vluchteling is, is dan ook in strijd met het vluchtelingenverdrag en het zeerecht. Het is duidelijk dat in het Nederlands recht hulp aan mensen die op zee in gevaar verkeren niet strafbaar is.

Echter, mensensmokkel is wel strafbaar in Nederland dit is neergelegd in artikel 197a Wetboek van Strafrecht. Wanneer is iets nu hulp en wanneer is het mensensmokkel? Deze vraag speelde bij bijvoorbeeld de Sea-Watch 3, het schip langs de territoriale grens van Libië patrouilleert en pikt migranten op die daar door mensensmokkelaars worden achtergelaten in niet zeewaardige boten. Die migranten worden vervolgens naar veilige gebieden gebracht zoals Lampedusa. Men kan stellen dat de motieven ideëel en humanitair zijn; men kan echter ook stellen dat de facto wordt meegewerkt aan mensensmokkel.

De Italiaanse rechter heeft zich er enkele jaren geleden al over uitgelaten en oordeelde dat er geen sprake is van een strafbaar feit. Naar Nederlands recht zal waarschijnlijk ook zo geoordeeld worden: als het al naar de letter onder definitie van mensensmokkel zou vallen zou een verdachte een beroep op een strafuitsluitingsgrond kunnen doen. Juridisch gezegd: de keuze, geplaatst voor een acuut dilemma, was voor het plegen van een strafbaar feit objectief beschouwd gerechtvaardigd. Of hij zou zich kunnen beroepen op psychische overmacht: hij had anders kunnen handelen, maar dat kon door aanwezigheid van bijzondere klemmende omstandigheden redelijkerwijs niet van hem worden gevergd. 

Alleen wanneer (bewezen zou kunnen worden dat) er sprake zou zijn van een soort samenwerking tussen mensensmokkelaars en zeelieden, lijkt een veroordeling mogelijk. Er is dan immers sprake van een zelf gecreëerde situatie. Maar dat bewijs zal niet eenvoudig zijn. Voorshands moet het naar Nederlands recht dus als weldaad worden gezien, en niet als misdaad.

Heeft u vragen over de wetswijziging in Nederland? Of andere vragen met betrekking tot transport en logistiek? Neem contact op met Carel van Lynden.