null

Off spec bunkers? Aansprakelijk!

In december 2019 wees de Rechtbank Rotterdam een opvallend vonnis over de (on)mogelijkheid van een beroep op uitsluiting van aansprakelijkheid bij levering van off spec bunkers (Rb. Rotterdam 11-12-2019, “Triton”). In dit blog wordt dit vonnis besproken.

Uitsluiting van aansprakelijkheid niet aanvaard

De zaak betrof een geval waarbij geleverde bunkers een Al/Si gehalte van 109 hadden, terwijl op grond van de toepasselijke specificaties (ISO 8217, 2010) 60 het maximum was. De Rechtbank oordeelde dat de leverancier zich niet op de bepaling van artikel 12.1 van de NOVE Condities mocht beroepen, waarin is opgenomen dat de leverancier alleen maar aansprakelijk is in geval van opzet of grove schuld.

De redengeving van de Rechtbank is dat levering van bunkers volgens een tevoren overeengekomen specificatie nu juist de kern – en enige – verplichting van de leverancier onder de overeenkomst betreft, en dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is zich op een bepaling te beroepen die aansprakelijkheid van die kernverplichting uitsluit. De Rechtbank meent dat, indien er bij een leverancier onvoldoende prikkel overblijft om de verplichtingen na komen op een wijze zoals van haar in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht omdat alle schade behoudens opzet of grove schuld is uitgesloten, er naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een onaanvaardbaar resultaat.

Dit is opvallend, daar uitsluiting van aansprakelijkheid voor andere schade dan die is veroorzaakt door opzet of grove schuld in Nederland doorgaans wordt aanvaard bij professionele partijen. Zo oordeelde het Hof Den Haag ongeveer op hetzelfde moment (Hof Den Haag, 03-12-2019) in een geval van levering van ongeschikt (asbesthoudend) staalgrit, dat een beroep op algemene voorwaarden tussen professionele partijen niet snel onaanvaardbaar is, en hoge schadebedragen juist reden zijn voor een exoneratiebeding. Ook in die zaak werd een beroep gedaan op de kernverplichting, maar dat was geen reden voor het Hof om niet de bestaande rechtspraak te volgen. Gelet op deze uitspraak van het Hof Den Haag lijkt de kans aanzienlijk dat dit vonnis van de Rechtbank in hoger beroep geen stand zal houden. En er is inderdaad hoger beroep tegen de uitspraak ingesteld, bij, jawel, het Hof Den Haag.

Wel kon de leverancier zich beroepen op de uitsluiting van aansprakelijkheid voor gevolgschade, opgenomen in artikel 12.2 van de NOVE Condities. Waarom dat dan wel kon, wordt door de rechtbank niet uitgelegd.

Barge samples beslissend

De bovengenoemde uitspraak bevat ook een positief gegeven: de Rechtbank oordeelde dat het barge sample bindend is voor de vaststelling van de kwaliteit. Onder MARPOL is voorgeschreven dat het zwavelgehalte bij het manifold van het beleverde schip moet worden gemeten. Maar dat laat onverlet dat de verdere parameters aan boord van de barge gemeten kunnen worden: artikel 8.3 van de NOVE Condities bepaalt wat dat betreft: Unless quality shall compulsorily be determined at the receiving vessel’s manifold (but only to the extent that this is the case), the barge samples shall be conclusive and binding evidence of the quality of the Bunkers delivered. Dat geldt dus wel.