null

Veel vrijheid bij de verdeling van schaarse rechten

Wanneer de overheid schaarse rechten verdeelt, heeft zij een grote mate van vrijheid om te bepalen op welke manier zij dat doet. Dat bleek al eerder in dit korte blog. Of het nu 'wie het eerst komt, eerst maalt', een vergelijkende toets een veiling of een loting is, het gaat erom dat de overheid “op een naar buiten toe kenbare wijze” bekend moet maken dat een schaarse recht beschikbaar is en binnen welke periode aanvragen voor dat recht kunnen worden ingediend. Ook moet de verdelingsprocedure bekend worden gemaakt en moet duidelijk zijn welke eisen aan de aanvragen zullen worden gesteld (zie ook dit blog). Door de verdeelprocedure zo in te richten hebben potentiële gegadigden gelijke kansen krijgen om mee te dingen naar het schaarse recht.

Transparantie is niet absoluut

Kortom, de verdelende overheid moet transparant zijn bij (het aankondigen van) de verdeling van schaarse rechten. Zoals uit de rechtspraak volgt is die transparantie niet absoluut. Als uitgelegd kan worden waarom minder transparantie is betracht – de vader van een van de partijen is voorzitter van de markcommissie die de aanvragen beoordeelt – en partijen zijn niet in een ongelijke positie gebracht, dan wordt volgens de hoogste bestuursrechter voldaan aan het vereiste van transparantie.

Verdeelcriteria

Ook ten aanzien van de verdeelcriteria geldt op basis van de rechtspraak van de hoogste bestuursrechter dat het aan de potentiële gegadigden is om in een vroegtijdig stadium helderheid te (ver)krijgen over de criteria die van toepassing zijn op de verdeling van schaarse rechten. Zolang de criteria voldoende richtinggevend zijn en potentiële gegadigden hun aanvraag daarop af kunnen stemmen, is wederom sprake van voldoende transparantie (zie ook dit blog).

Vaststellen indelingsplan en loten

In een uitspraak van de rechtbank Limburg eind 2020 oordeelt de voorzieningenrechter dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht mocht besluiten over te gaan tot het vaststellen van een indelingsplan voor pleinterrassen op het Cörversplein.

Achtergrond van die vaststelling is dat exploitanten van horecagelegenheden aan het Cörversplein zich bij de gemeente Maastricht kunnen aanmelden voor een pleinterras op het Cörversplein. De exploitanten worden vervolgens in de gelegenheid gesteld om een gezamenlijk indelingsplan te maken. Wanneer zij daar niet unaniem en tijdig in slagen organiseert het college een loting op basis waarvan het indelingsplan wordt vastgesteld. Opname in dat plan is vereist om een (plein)terrasvergunning te verkrijgen.

De voorzieningenrechter overweegt dat in de Terrassenverordening een uitgebreide procedurebeschrijving is opgenomen in verband met de conflicterende belangen van mogelijke exploitanten die mogelijk aanspraak kunnen maken op een plek op een plein in combinatie met de beperkt aantal beschikbare vierkante meters op een plein. De gemeenteraad heeft vastgelegd dat op het Cörversplein sprake is van een pleinterras. Dit plein is voor wat betreft de terrasgrenzen ingedeeld in zes pleinterrassen en de totale voor terrasexploitatie beschikbare oppervlakte is vastgelegd. Ook is bepaald aan welke limitatieve eisen de mogelijke exploitant moet voldoen om in aanmerking te komen voor een plek op het te verdelen terrein. Eén van deze eisen is dat de exploitant aan het plein moet liggen. Dit wordt concreet gemaakt door de voorwaarde op te nemen dat een loodlijn vanuit de voorgevel van de horecalokaliteit op het te verdelen pleinterras moet uitkomen. Tot slot is in de verordening de wijze van verdeling van de beschikbare vierkante meters over de gegadigden geregeld. Indien door de mogelijke exploitanten niet unaniem en tijdig een indelingsplan wordt opgesteld, maakt verweerder op basis van op voorhand kenbaar gemaakte criteria een indelingsplan.

Daarbij wordt, zo veel als mogelijk, rekening gehouden met de loodlijn van de gevel op het plein zodat een logische verbinding ontstaat tussen het terras en de bijbehorende horecalokaliteit. Hiervoor is gekozen in verband met (onder meer) de openbare orde en de (verkeers)veiligheid. Doordat het pleinterras zo veel mogelijk in een loodlijn met de gevel van de horecalokaliteit ligt, kan de exploitant van deze lokaliteit toezicht houden op het terras en ingrijpen als dat nodig is. Ook wordt hiermee voorkomen dat een horecalokaliteit het terras van een andere horecalokaliteit moet doorkruisen om vanuit zijn lokaliteit op zijn terras te komen. Op het Cörversplein is het niet mogelijk het terras in gelijke delen te verdelen gezien de fysieke indeling op de betreffende locaties. Er bestaan op dit plein hoogteverschillen zodat er een natuurlijke fysieke afbakening is ontstaan tussen de verschillende pleinterrassen. Deze worden in stand gelaten, omdat dit onder andere bijdraagt aan de veiligheid van bezoekers en personeel. Daarom geldt voor het Cörversplein dat er slechts één horecalokaliteit per pleinterras kan worden ingedeeld en als er meerdere aanmelders zijn geldt als verdelingssystematiek een loting via een notaris. De horecalokaliteiten met een loodlijn op dat deel van het plein doen mee met de loting.

Verzoek eisende partij afgewezen

Dat de eisende partij niet is ingeloot, is inherent aan de vooraf kenbare procedure. Die procedure is volgens de voorzieningenrechter voldoende transparant en was vooraf kenbaar voor de alle potentiele gegadigden. Dat maakt dat het college over kon gaan tot vaststelling van het indelingsplan op basis van loting. Alle deelnemende exploitanten hadden immers een gelijke kans op een plek voor een pleinterras. Het verzoek van de eisende partij om een voorlopige voorziening te treffen wordt daarom afgewezen.

Heeft u vragen over de verdeling van schaarse rechten? Neem dan contact op met bestuurs- en omgevingsrechtadvocaat Casper Dekker.