Sinds 2020 is thuiswerken aan de orde van de dag. De coronacrisis maakt thuiswerken noodzakelijk. Dit vergt een verandering, die noodgedwongen snel moest worden gemaakt. Veel werkgevers vragen zich af hoe zij flexibiliteit in hun organisatie kunnen (blijven) doorvoeren, alsmede of werknemers een recht op thuiswerken hebben.

Mogen werkgevers hun werknemers verplichten om thuis te werken?

Het (voorlopige) advies van de Rijksoverheid om werknemers zo veel mogelijk thuis te laten werken. Werkgevers hebben een instructiebevoegdheid. Zij kunnen hiermee de werknemers instrueren waar zij de werkzaamheden dienen te verrichten, bijvoorbeeld op kantoor of thuis. Werkgevers mogen werknemers dus in principe verplichten om thuis te werken. De functie moet thuiswerken wel toelaten. Bovendien moet de thuiswerkplek Arbo-verantwoord zijn. Zo moeten werknemers een bureau en bureaustoel in huis hebben.

Hebben werknemers een recht op thuiswerken?

Deze vraag kwam aan de orde in een uitspraak van de Kantonrechter Nijmegen op 16 juni 2020 in kort geding. Wat was hier aan de hand?

Een medewerkster commerciële binnendienst had vanaf 15 maart 2020 thuis gewerkt. Op 6 mei 2020 laat de werkgever de werknemers weten dat er weer op de zaak moet worden gewerkt en dat er veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om dit mogelijk te maken. In kort geding vordert de werkneemster om in ieder geval tot 1 september 2020 thuis te mogen werken, de datum tot wanneer vooralsnog de overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis gelden. Zij voert daartoe onder meer aan dat collega’s zich niet goed houden aan de regels van ‘social distancing’. Dat heeft haar een onveilig gevoel gegeven. Ook heeft zij haar werk in de twee maanden dat ze thuis werkte prima en zelfs heel efficiënt kunnen uitvoeren.

De kantonrechter gaat hier niet in mee. De werkgever heeft gemotiveerd en onderbouwd naar voren gebracht dat zij in verband met de coronacrisis meerdere maatregelen heeft genomen om een veilige werkplek te waarborgen. Dit alles is op zich niet bestreden door werkneemster. Dat werkneemster zou hebben ervaren dat maatregelen niet werden nageleefd, neemt voorgaande niet weg. Al aannemende dat deze observatie juist is, het wordt immers in twijfel getrokken door werkgever, leidt dat niet tot de conclusie dat de corona-maatregelen stelselmatig worden overtreden op de werkvloer. Dit lijkt eerder een incident te zijn geweest in de net opstartende fase van het weer op kantoor komen werken. Daarnaast heeft werkgever gemotiveerd onderbouwd waarom het van belang is dat haar werknemers weer op het werk aanwezig moeten zijn.

Het algemeen geformuleerde overheidsadvies over zoveel mogelijk thuis werken grijpt niet zo ver in op deze specifieke rechtsverhouding dat werkneemster daaruit een ‘recht op thuis werken’ kan putten. Haar standpunt dat dit overheidsadvies de instructiebevoegdheid van werkgeefster inperkt en/of op grond van redelijkheid en billijkheid zonder meer door een goed werkgever moet worden gevolgd, houdt geen stand.

De vordering tot thuis mogen werken wordt dus afgewezen. De eerste rechtszaak over thuiswerken tijdens de coronacrisis is in het voordeel van de werkgever beslist. Met name van belang is dus of de werkgever op kantoor zijn zorgplicht naleeft voor een veilige werkomgeving.

Let op, werknemers kunnen op basis van de Wet flexibel werken onder enkele voorwaarden hun werkgevers wel verzoeken om een wijziging van de arbeidsplaats, bijvoorbeeld om (deels) thuis te werken. Werkgevers moeten dit verzoek overwegen en bij afwijzing met de betreffende werknemer overleggen.

Beknopte tips en tricks

De werkgever van de toekomst maakt zich klaar voor een verdergaande vorm van flexwerken, bijvoorbeeld door de mogelijkheid te bieden deels vanuit huis te werken. Werknemerstevredenheid is van groot belang voor het succes van een organisatie. Blijf met uw werknemers in gesprek.