In toenemende mate staat het onderwerp vakantie centraal. Van werkgevers mag namelijk worden verwacht dat zij werknemers actief stimuleren vakantie op te nemen. Veel werkgevers zagen zich tijdens de coronacrisis geconfronteerd met het onderwerp vakantie. Mogen werkgevers werknemers verplichten vakantie op te nemen? Wat moeten werkgevers doen als te veel werknemers tegelijk vakantie wensen op te nemen? Hoe moeten werkgevers omgaan met werknemers die naar het laden met een oranje of rood reisadvies reizen? Kan betaling van vakantiebijslag worden uitgesteld?

De werkgever in de toekomst trekt zijn lessen uit deze vragen en is kritisch op zijn beleid. Lees hier op hoofdlijnen hoe de vakantiewetgeving werkt en tips & tricks voor de toekomst.

Vakantiewetgeving op hoofdlijnen

Wat is vakantie?

Vakantie stelt werknemers in de gelegenheid uit te rusten van de werkzaamheden en biedt een periode voor ontspanning en vrije tijd. Vakantie verschilt hiermee van overige verlofvormen, zoals vrije dagen met een doel zoals verhuizing en ATV-dagen, die tot doel hebben aan een verplichting te voldoen. Regelgeving over vakantie is in het Burgerlijk Wetboek vastgelegd. Voor verlofdagen gelden in beginsel de tussen partijen gemaakte afspraken.

Op hoeveel vakantiedagen heeft een werknemer recht?

Een werknemer heeft minimaal recht op de “wettelijke vakantiedagen”, namelijk vier keer de overeengekomen arbeidsduur per week. Werknemers met een fulltime dienstverband hebben dus recht op 20 wettelijke vakantiedagen. Veelal kennen werkgevers (in de arbeidsovereenkomst of cao) ook bovenwettelijke vakantiedagen toe.

Wie stelt een vakantie vast?

De werkgever stelt vakantie vast conform de wens van de werknemer. Een werkgever kan vakantie dus in principe niet eenzijdig vaststellen. Soms hebben werkgevers overigens wel de mogelijkheid voorbehouden om enkele dagen vast te stellen als collectieve vrije dag. Jaarlijks worden dan bijvoorbeeld in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging vier collectieve vakantiedagen vastgesteld.

Mag een werkgever een vakantieverzoek weigeren?

De werkgever mag slechts een vakantieverzoek van de werknemer weigeren, indien hij daarvoor een gewichtige reden heeft. Let op: de lat voor deze gewichtige reden ligt hoog. Hiervan is sprake als het verzoek van de werknemer zou leiden tot een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering. Werkgever en werknemer kunnen overigens ook schriftelijke afspraken maken over de vaststelling van vakantiedagen, dit kan ook in een cao staan. Controleer de toepasselijke cao daarom altijd goed.

Kan een werkgever een vastgestelde vakantie intrekken?

Een werkgever kan vastgestelde vakantie slechts eenzijdig wijzigingen op basis van gewichtige redenen. Lijdt de werknemer door de intrekking schade, dan zal de werkgever dit moeten compenseren. Een voorbeeld is ontstane schade als gevolg van de annulering van een geboekte vakantie, waarbij de annulering niet door de verzekering wordt gedekt.

Een werkgever kan een intrekkingsverzoek van een werknemer in beginsel weigeren, indien daarvoor een goede reden bestaat. Denkbaar is dat de bedrijfsvoering tijdens een crisis als de coronacrisis een reden kan zijn.

Mogen vakantiedagen worden uitbetaald?

Wettelijke vakantiedagen mogen tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst niet worden uitbetaald. Voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt, als werkgever en werknemer daarmee schriftelijk instemmen, dat deze wel kunnen worden uitbetaald.  

Wanneer vervallen vakantiedagen?

Wettelijke vakantiedagen vervallen zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is verworven. Dit is alleen anders, indien de werknemer daadwerkelijk in staat is gesteld vakantie op te nemen. Het is dus van essentieel belang voor werkgevers om een zorgvuldige administratie bij te houden én werknemers concreet en tijdig te informeren over het vervallen van vakantiedagen. Bovenwettelijke vakantiedagen verjaren vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Let op, dit is een verjaringstermijn, die kan worden gestuit.

Op vakantie tijdens coronacrisis

Medio 2020 beginnen vakanties weer op gang te komen, ook naar het buitenland. De Nederlandse overheid verstrekt reisadviezen:

  • code rood: negatief reisadvies
  • code oranje: alleen noodzakelijke reizen; en
  • code geel: reizen mogelijk maar let op de risico’s.

Werkgevers mogen werknemers in beginsel niet verbieden om naar een bepaald land op vakantie te gaan. Werknemers mogen hierover wel worden geïnstrueerd, want op werkgevers rust immers de plicht om te zorgen voor een veilige werkomgeving. Werkgevers mogen daarom in beginsel aan werknemers vragen of zij naar een land met code oranje of zelfs rood op vakantie zijn geweest. Is dat het geval, dan dient de werknemer niet op het werk te worden toegelaten en onder bepaalde omstandigheden kan ook het salaris worden ingehouden.

Bekijk ook het interview met Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht, over dit vraagstuk in onderstaande video.

Vakantiebijslag

In de zoektocht naar de overbrugging van de periode waarin de coronacrisis het bedrijfsdebiet van veel werkgevers raakte, kwam de vraag aan de orde of de vakantiebijslag kon worden uit- of afgesteld. Het antwoord hierop luidt dat het niet betalen van vakantiebijslag niet is toegestaan. Uitstel van betaling van de vakantiebijslag is slechts mogelijk indien de werkgever niet is gebonden aan een cao waarin het tijdstip van betaling van de vakantiebijslag is opgenomen en de werkgever in overleg treedt met werknemers om tot een oplossing te komen.

Beknopte tips & tricks

De coronacrisis heeft uitgewezen dat niet alleen vakantiewetgeving, maar ook afspraken uit de arbeidsovereenkomst ruimte kunnen bieden om in te spelen op noodsituaties uitdagingen waarmee de werkgever wordt geconfronteerd. Met die wetenschap kunnen werkgevers de afspraken over vakantie opnieuw onder de loep nemen en wijzigen waar nodig en mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld ten aanzien van vaststelling vakantie, verplichte vrije dagen of het aanwijzen van een doel van een aantal vrije dagen. Denk ook aan communicatie over verval van vakantiedagen en de stimulering voor opname van vakantie. Vergeet hierbij de rol van de ondernemingsraad echter niet.