Eindadvies Remkes: ruimte maken voor de bouwsector
Op maandag 8 juni jl. presenteerde het Adviescollege Stikstofproblematiek het langverwachte eindadvies ‘Niet alles kan overal’. Dit advies, gericht op de lange termijn aanpak, is gevraagd naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het Adviescollege laat zich in het eindadvies kritisch uit over de door het kabinet beoogde aanpak van de stikstofproblematiek. Voor de bouwsector biedt het eindadvies perspectief. In dit blog zetten we dit op een rij.
Het Adviescollege Stikstofproblematiek
Het Adviescollege – dat onder leiding staat van oud-minister Johan Remkes – is vorig jaar gevraagd het kabinet te adviseren over hoe om te gaan met de stikstofproblematiek in Nederland. Het Adviescollege publiceerde de afgelopen tijd tussenrapporten over de korte termijnaanpak, beweiden en bemesten en de luchtvaartsector. Het eindadvies is het sluitstuk waarin wordt geadviseerd over de lange termijn aanpak.
Vooruitlopend op het eindadvies heeft minister Schouten eind april echter zelf al een nieuwe “Structurele Aanpak Stikstof” gepresenteerd. Het daarbij gepresenteerde maatregelenpakket – waarvan vrijwilligheid een belangrijk kenmerk vormt – zou in 2030 moeten resulteren in een reductie van 26 procent van stikstofemissies op Natura 2000-gebieden. Hierdoor wordt de stikstofdepositie op de helft van de hectares met stikstofgevoelige natuur onder de kritische depositiewaarde gebracht. Om dit te borgen zou een streefwaarde worden vastgelegd in de wettelijke regels.
Het Adviescollege is van mening dat een meer ambitieuze doelstelling nodig is: in 2030 is een reductie van 50 procent noodzakelijk om natuurherstel in de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden te kunnen realiseren. De grootste winst moet worden gehaald in de landbouwsector; het Adviescollege doet hier veel concrete voorstellen voor. De grotere reductie is volgens het Adviescollege nodig om te voorkomen dat toestemmingverlening aan activiteiten die stikstof uitstoten wordt belemmerd. Bovendien moet niet worden gewerkt met te vrijblijvende streefwaarden; stikstofreductie moet volgens het Adviescollege worden geborgd met wettelijk afdwingbare resultaatsverplichtingen.
De bouwsector
In het eindadvies beschrijft het Adviescollege hoe hard de bouwsector het de laatste tijd te verduren heeft gehad. Het ontbreken van ‘stikstofruimte’ is de grote bottleneck voor het opstarten van de vergunningverlening en de onzekerheid bij vergunningverleners heeft de afgelopen tijd geleid tot een grote terugval in de opdrachtverlening. De PFAS-problematiek en nu de coronacrisis verergeren de problemen voor de bouwsector. Volgens het Adviescollege is er tot op heden geen andere sector waarop de stikstofproblematiek zo’n directe impact heeft gehad.
In het eerste advies van het Adviescollege stond opgenomen dat in de bouw winst te behalen is door modulair, energieneutraal, circulair en natuurinclusief te bouwen. Ook stond daarin dat beter gebruik kan worden gemaakt van innovatieve technieken en materialen. Bedrijven die aanleg-, beheer en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren in Natura 2000-gebieden, moeten worden gestimuleerd om deze werkzaamheden emissiearm uit te voeren. Dit kan dan bijvoorbeeld in vergunnings- en aanbestedingsvoorwaarden worden opgenomen.
In het eindadvies richt het Adviescollege zich op emissies die direct samenhangen met het bouwproces. Dit omvat alle activiteiten die nodig zijn om een bouwwerk te realiseren: aan- en afvoer van bouwmaterialen en sloopafval, transport van werknemers en werktuigen van en naar de bouwplaats en de emissies van werktuigen op de bouwplaatsen (aggregaten, bouwmachines, baggervoertuigen, etc.).
Het onderscheid tussen permanente en tijdelijke emissies wordt door het Adviescollege van belang geacht. De aanleg van een energie-neutrale woonwijk, energie-infrastructuur, waterkeringen, beheer, onderhoud en vervangingsinvesteringen zouden naar de mening van het Adviescollege niet moeten worden geblokkeerd door tijdelijke emissies in de bouwfase. Het Adviescollege is van mening dat er voor tijdelijke emissies van bouwactiviteiten voldoende ruimte beschikbaar moet worden gemaakt, zodat deze activiteiten niet langer onderworpen hoeven te worden aan gedetailleerde depositieberekeningen.
Ten aanzien van hoe de bouwsector zelf een beperking van emissies vanuit het bouwproces kan realiseren, schrijft het Adviescollege dat zowel gekeken moet worden naar werkzaamheden op de bouwplaats (brandstofgebruik, gebruik prefab) als naar de vervoersbewegingen van leveranciers en van personeel van en naar de bouwplaats. Ook kan bouwmateriaal in sommige gevallen mogelijk hergebruikt worden.
Het Adviescollege adviseert het kabinet vervolgens concreet het volgende:
- leg juridisch vast dat de emissies van bouwprojecten in (maximaal) 10 jaar tijd worden teruggebracht met 80%. Dit kan worden behaald door een versnelde overgang naar materieel, bouwlogistiek en bouwmaterialen met lage emissies. Voor elektrisch bouwmaterieel is een netaansluiting nodig om tot een emissiearme bouwplaats te komen. Het is van belang dat naast elektrificatie ook oog is voor oplossingen waarmee snel winst is te boeken om doelen van 2030 te halen, zoals het gebruik van stikstoffilters, retrofit en de inzet van stage V motoren. Volgens het advies heeft de sector aangegeven tot deze bijdrage in staat en bereid te zijn;
- een grote bijdrage aan de NOx-reductie creëert voldoende ruimte om bouwprojecten te vrijwaren van gedetailleerde stikstofberekeningen, door invoering van een goed onderbouwde drempelwaarde voor tijdelijke emissies. Deze drempelwaarde zou volgens het Adviescollege moeten worden gekoppeld aan emissies en niet, zoals in het PAS, aan deposities;
- aanbestedende diensten dienen zich te committeren aan een oplopend aandeel van aanbestedingen, waarin zo laag mogelijke emissies een doorslaggevende rol in de gunning spelen;
- een investering in deze sector is noodzakelijk en moet minimaal in evenwicht zijn met de door het kabinet ter beschikking gestelde middelen voor natuurherstel en transformaties in andere sectoren.
En nu?
Zoals gezegd is het advies in opdracht van het kabinet geschreven. Minister Schouten heeft haar maatregelenpakket en ‘Structurele Aanpak Stikstof’ al eerder dit jaar bekendgemaakt. Het wetsvoorstel waarin deze maatregelen zijn opgenomen (“de Wet stikstofreductie en natuurverbetering”) is inmiddels gepubliceerd en heeft tot 10 juni jl. voor consultatie ter inzage gelegen. Het advies van het Adviescollege is hierbij dus nog niet betrokken.
Minister Schouten heeft de Tweede Kamer op 17 juni jl. laten weten op het advies te studeren. Daarbij liet zij al weten dat in ieder geval maatregelen zullen worden genomen om de bouwsector te ontzien bij de aanpak van stikstofuitstoot. Schouten schrijft dat onderzocht gaat worden of een drempelwaarde voor de bouwsector kan worden ingevoerd. Ook heeft zij aangegeven dat het terugdringen van de stikstofuitstoot als resultaatsverplichting wettelijk wordt vastgelegd, conform de aanbevelingen van het Adviescollege.
Vragen over stikstofproblematiek? Neem contact met ons op.