null

Gebiedsontwikkeling en schaarse rechten; bestemmingsplan en omgevingsvergunning een schaars recht?

Het omgevingsrecht leent zich – vanwege de grote en vaak tegenstrijdige belangen – goed voor juridische discussies. Zeker waar het betreft procedures tegen bestemmingsplannen is waarneembaar wat de op dat moment levende thema’s zijn die mogelijk tot gevolg kunnen hebben dat een beroepsgrond slaagt en zodoende een ruimtelijke ontwikkeling wel of juist niet kan worden gerealiseerd. Zo liet het onderwerp luchtkwaliteit – struikelblok voor menig ruimtelijk besluit – zich op een gegeven moment vervangen door de problematiek van de ladder voor duurzame verstedelijking. En hoewel dit laatste onderwerp nog altijd een dankbare beroepsgrond vormt, ondanks de recente wijziging ter vereenvoudiging, is de laatste tijd waarneembaar dat ook de Dienstenwet en het onderwerp ‘Schaarse vergunningen’, waar ook een blogreeks aan gewijd wordt, worden aangegrepen om een stokje te kunnen steken voor een bestemmingsplan. Tijd voor een eerste blog over de combinatie van gebiedsontwikkeling en schaarse vergunningen.

Wat zijn schaarse vergunningen en wat vraagt het verlenen ervan?

Zonder in herhaling te willen treden van een eerdere blog, is het goed hier te verduidelijken wat een schaarse vergunning is. Het betreft simpel gezegd een toestemming van de overheid om iets te doen wat zonder die toestemming niet mag (exploiteren van een speelautomatenhal, het rondvaren met een rondvaartboot) waarbij zich meer gegadigden melden dan dat er beschikbare toestemmingen (kunnen) zijn.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Raad van State) gaf op 2 november 2016 helderheid over de wijze van verdeling van deze toestemmingen. Van belang is dat een transparante procedure wordt ingericht die potentiële gegadigden gelijke kansen geeft om mee te dingen naar de vergunning. Dit vraagt onder meer om het “op een naar buiten toe kenbare wijze” bekend maken dat een schaarse vergunning beschikbaar is en binnen welke periode aanvragen voor die vergunning kunnen worden ingediend. Ook moet de verdelingsprocedure bekend worden gemaakt, waarbij ook duidelijk wordt welke eisen aan de aanvragen zullen worden gesteld. Een schaarse vergunning is bovendien (in beginsel) voor bepaalde tijd.

Bestemmingsplan en omgevingsvergunning als schaarse vergunning?

Of voornoemde eisen aan de verleningsprocedure worden gesteld, is dus afhankelijk van de vraag of überhaupt sprake is van een schaarse vergunning. Eerder werd al duidelijk dat dit het geval is bij de verdeling van geld voor onderwijsinstellingen.

Recent speelde deze vraag ook in een uitspraak van de Raad van State over een omgevingsvergunning op grond van een bestemmingsplan. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning maakten de herontwikkeling van een bedrijfspand voor perifere detailhandel mogelijk. De eigenaar van panden in de nabijheid van het plangebied probeerde met de stelling dat het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning samen een schaarse vergunning zijn – omdat het aantal beschikbare bestemmingen en vergunningen voor nieuwe winkelruimte in de omgeving beperkt is – te bewerkstelligen dat de vergunning ten onrechte voor onbepaalde tijd was afgegeven. Die koers volgt de Raad van State niet. Dit met de stelling dat de eventuele schaarste van winkelruimte niet volgt uit het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning die onderwerp van geschil waren. De vergunning kon dus voor onbepaalde tijd worden afgegeven.

In zoverre vormt het onderwerp ‘schaarse vergunningen’ dus geen relevant aspect voor het thema gebiedsontwikkeling. Helemaal los van elkaar staande thema’s zijn het evenwel niet. Daar binnenkort meer over in een andere blog.