null

(Arbo)veiligheid in de bouw en de stillegging

Afgelopen week kwam de bouw zowel positief als negatief in het nieuws ten aanzien van veiligheid op de werkvloer. Zo berichtte Cobouw over Besix dat zich als doel heeft gesteld om in 2022 tot de drie veiligste bouwers van Nederland te behoren. Anderzijds berichtte 1Limburg over misstanden op bouwplaatsen en stilleggingen. Ook het AD berichtte vandaag meer algemeen dat meer bedrijfsongevallen plaatsvinden door risicovol werk. Reden voor een blog over veiligheid in de bouw en handhavende acties die in dat verband kunnen dreigen.

Stillegging van werkzaamheden

De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voorheen de Arbo-inspectie, geeft al jaren in haar jaarverslagen aan dat de bouw de minst veilige sector is. Recente (on)gevallen, bijvoorbeeld met de kraanmachinist in Den Haag, bevestigen dat. Onlangs werden op 33 plaatsen in Limburg bouwwerkzaamheden stilgelegd door de Arbo-inspectie in verband met onveilige situaties. Dit is een andere bevoegdheid dan de preventieve stillegging, waarover eerder een blog verscheen in deze reeks.

Mondeling bevel

De mogelijkheid voor het stilleggen van werkzaamheden ontleent de Arbo-inspectie aan de Arbowet. Hieruit volgt dat wanneer de inspecteur oordeelt dat sprake is van werkzaamheden die ernstig gevaar opleveren voor personen hij mondeling kan bevelen tot stillegging van de werkzaamheden. Dit kan hij ook doen wanneer een eerder opgelegde eis in het kader van veiligheid nog niet tot uitvoering is gebracht. Daarbij kan de inspecteur de nodige maatregelen treffen en/of de nodige aanwijzingen geven. Daarbij kan gedacht worden aan het niet langer gebruiken van bepaalde bedrijfsapparatuur of het verzegelen van arbeidsmiddelen of –plaatsen. Overtreding van een bevel en de daaraan gekoppelde maatregelen en/of aanwijzingen is een economisch delict.

Indien de inspecteur van oordeel is dat het ernstige gevaar geweken is, wordt het bevel weer ingetrokken. Daarmee lijkt deze verstrekkende maatregel al snel voor discussie vatbaar en nauwelijks geclausuleerd. Voor bedrijven is het dan moeilijk inschatten of de stillegging terecht is. Het is dan ook zaak om snel scherp te krijgen wat de inspecteur heeft waargenomen, want op basis van die waarneming wordt het bevel gegeven. Bij dergelijke waarnemingen kan gedacht worden aan het niet aangelijnd op daken werken of het aanwezig zijn van gebroken asbestplaten, zonder de daartoe vereiste veiligheidsmaatregelen.

Op schrift stellen van het gegeven bevel

De waarnemingen van de inspecteur en eventueel vervolgonderzoek, vormen de basis voor het mondelinge bevel. In de praktijk komt het trouwens voor dat een ‘mondeling’ bevel per e-mail gegeven wordt. Het mondelinge bevel moet zo spoedig mogelijk op schrift worden gesteld. In dat besluit wordt verwezen naar de waarnemingen van de inspecteur. Wanneer sprake is van vervolgonderzoek, bijvoorbeeld voor het vaststellen van asbest in bepaald materiaal, zal dat ook vermeld worden in het besluit. Dat besluit is vatbaar voor bezwaar.

Mogelijke oplossingen

Omdat het instellen daarvan de stillegging niet opschort, maar bedrijven graag zo snel mogelijk verder willen met hun bedrijfsvoering, kunnen meerdere wegen bewandeld worden.

Wel op schrift gesteld (een besluit)

Wanneer sprake is van een bevel per e-mail of een op schrift gesteld bevel kan tegelijkertijd met een bezwaar een voorlopige voorziening gevraagd worden in verband met de onomkeerbare gevolgen van de stillegging. In dat geval wordt de rechter gevraagd de stillegging op te schorten totdat is beslist op het bezwaar.

In het kader van de continuïteit kan er ook voor gekozen worden om te voldoen aan de gegevens aanwijzingen, terwijl tegelijkertijd (de rechtmatigheid van) de stillegging wordt aangevochten. Als de stillegging achteraf onrechtmatig blijkt is het namelijk mogelijk een gedeelte van de ten gevolge van de stillegging geleden schade vergoed te krijgen. Daarbij kan ook verzocht worden de bevelen in te trekken.

Niet op schrift gesteld (geen besluit)

Uiteraard kan de inspecteur gevraagd worden het mondelinge bevel op schrift te stellen. Hoe lang dat mag duren, is niet met zekerheid te zeggen, maar een termijn van twee weken lijkt niet onaanvaardbaar. Als het langer duurt kan sprake zijn van onrechtmatigheid.

Een termijn van twee weken, terwijl de werkzaamheden stilliggen, is relatief lang. Om de stillegging tegen te gaan zonder dat nog sprake is van een besluit zou een kort geding gestart kunnen worden. Dat in verband met het uitblijven van de schriftelijke vastlegging – brief of e-mail – en de onomkeerbare gevolgen. In het kort geding wordt dan gevraagd:

  • de inspecteur te verplichten het mondelinge bevel op schrift te stellen
  • de werking van het bevel op te schorten totdat het op schrift gesteld is.

Voor meer vragen over stilleggingen, waarschuwingen en (aankondigingen tot oplegging van) bestuurlijke boetes kunt u uiteraard contact met mij opnemen.