null

Cliënten zorginstellingen krijgen meer inspraak vanaf juli 2020

Sinds 1996 vormt de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) de wettelijke basis voor medezeggenschap. Per 1 juli 2020 is de Wmcz gewijzigd. Deze wetswijziging beoogt de medezeggenschap te verbeteren door middel van het creëren van extra rechten voor de cliëntenraden en door een aantal belemmeringen waar cliëntenraden in hun werk tegenaan lopen, aan te pakken.

De Wmcz 2018 geldt voor (bijna) alle zorginstellingen zoals bedoeld in Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en in principe dus voor alle zorginstellingen die zorg verlenen op basis van de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet en zorginstellingen die andere zorg verlenen, zoals aanbieders van cosmetische zorg en alternatieve geneeswijzen. De Wmcz 2018 geldt niet voor zorginstellingen die zorg verlenen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Hieronder worden enkele belangrijke wijzigingen die de inwerkingtreding van de Wmcz 2018 met zich brengt, besproken.

Wanneer moet een zorginstelling een cliëntenraad instellen en wat moet er vastgelegd worden?

Nieuw bij de Wmcz 2018 is dat de vraag of een zorginstelling een cliëntenraad dient in te stellen afhankelijk is van het aantal personen dat zorg verleent binnen de zorginstelling.

Een zorginstelling moet een cliëntenraad instellen indien er:

  1. 24-uurs zorg wordt geleverd door meer dan 10 zorgverleners;
  2. ambulante zorg wordt geleverd door meer dan 25 zorgverleners (ook wel eerstelijnszorg).

Een zorginstelling met meerdere locaties en waar cliënten langdurig verblijven of ambulante zorg wordt geleverd, is verplicht per locatie een cliëntenraad in te stellen.

Verder moet elk type zorginstelling in overleg met de cliëntenraad een medezeggenschapsregeling vaststellen. Hierin nemen zorginstellingen en cliëntenraden op hoe de medezeggenschap geregeld is. In de regeling dient te staan:

  • hoeveel leden de cliëntenraad heeft;
  • de wijze van benoeming en ontslag van de leden;
  • wie er lid kunnen worden;
  • hoe lang iemand in een cliëntenraad kan zitten;
  • verdeling van bevoegdheden tussen de (centrale) cliëntenraden;
  • hoe de cliëntenraad op een begrijpelijke manier geïnformeerd wordt;
  • hoe de cliëntenraad betrokken wordt bij:
    a. een wijziging van de doelstelling of de grondslag;
    b. een fusie of duurzame samenwerking;
    c. een overdracht van de zeggenschap over de zorg of een onderdeel ervan;
    d. een ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing van een zorginstelling die erop is ingericht cliënten langdurig te laten verblijven, en
    e. de selectie en benoeming van leidinggevenden van de zorgverleners indien het een zorginstelling betreft die erop is ingericht cliënten langdurig te laten verblijven.

Versteviging positie cliëntenraad

De cliëntenraad had onder de oude Wmcz al het recht om over bepaalde voorgenomen besluiten van de zorginstelling gevraagd en ongevraagd te adviseren. Met de Wmcz 2018 is het adviesrecht met een aantal onderwerpen uitgebreid ten opzichte van de Wmcz. Zo heeft de cliëntenraad nu niet alleen een adviesrecht met betrekking tot een ingrijpende verbouwing of verhuizing van een zorginstelling die erop is ingericht cliënten langdurig te laten verblijven, maar heeft zij bij dit type zorginstellingen ook een adviesrecht met betrekking tot het algemene huisvestingsbeleid en nieuwbouw.

Daarbij is met de inwerkingtreding van de Wmcz 2018 het verzwaard adviesrecht vervangen voor een instemmingsrecht van de cliëntenraad. Het instemmingsrecht kent een zwaarder toetsingscriterium dan het verzwaard adviesrecht uit de Wmcz. Als de cliëntenraad niet instemt met een besluit van de zorginstelling, mag een commissie van vertrouwenslieden de zorginstelling alleen toestemming geven, wanneer:

a. de beslissing van de cliëntenraad om geen instemming te geven onredelijk is, óf

b. het voorgenomen besluit om zwaarwegende redenen noodzakelijk is.

Door deze zwaardere toets krijgen de cliëntenraden een stevigere positie.

Verder is het recht van enquête van cliëntenraden in de Wmcz 2018 vastgelegd. Het enquêterecht houdt in dat cliëntenraden de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam kunnen verzoeken een onderzoek in te stellen naar mogelijk wanbeleid binnen de zorginstelling. Ook kunnen cliëntenraden de Ondernemingskamer vragen om ingrijpende maatregelen te nemen, zoals vernietiging van besluiten of ontslag van bestuurders van de zorginstelling. Voorheen konden zorginstellingen het enquêterecht van cliëntenraden in hun statuten beperken. Met de wijziging van de Wmcz is een dergelijke beperking niet meer mogelijk.

Ontbinding cliëntenraad

Daalt het aantal medewerkers van een zorginstelling onder de 10 of 25, dan mag de zorginstelling ervoor kiezen om de cliëntenraad te ontbinden. Ook is de zorginstelling bevoegd om de cliëntenraad te ontbinden als deze structureel tekort schiet in de belangenbehartiging van cliënten. De cliëntenraad moet in principe instemmen met het voornemen om een cliëntenraad te ontbinden. Stemt de cliëntenraad hier niet mee in, dan mag een commissie van vertrouwenslieden de zorginstelling alleen toestemming geven wanneer aan een van de hiervoor genoemde criteria is voldaan.