null

Nieuwe PFAS-normen op 1 december 2019, een oplossing voor de problematiek?

Naast de problemen die het doorstrepen van de PAS voortbrengt, bestaat sinds een paar weken veel media-aandacht voor de PFAS-problematiek. Zo gaat de bouwsector vandaag demonstreren op het Malieveld.

Eerder al, op 20 september jl. liet de Vereniging voor Waterbouwers (branchevereniging voor baggeraars) zich horen in de Cobouw. Aangegeven werd dat ongeveer 70 (!) procent van het aantal baggerwerken stilligt. Ook op 17 oktober 2019 in een artikel van RTLZ is de vraag gesteld of de PFAS-problematiek erger is dan de stikstofproblematiek voor de bouw en op 28 oktober 2019 vermeldt de NOS dat het kabinet met spoed ruimere normen voor PFAS in de grond wil. Aanleiding voor een blogbericht.

Wat zijn PFAS?

PFAS is een verzamelterm voor meer dan 6000 chemische stoffen, meer specifiek poly- en perfluoralkylstoffen. Deze stoffen zijn door mensen gemaakt en worden al tientallen jaren gebruikt in tal van chemische processen en allerlei andere producten. Zo zitten deze stoffen onder meer in waterafstotende kleding, cosmetica, pannen en tapijten. Het vele gebruik van PFAS baart staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat zorgen, omdat de stoffen nauwelijks biologisch afbreekbaar zijn en dus, in een te hoge concentratie, zéér schadelijk zijn voor het milieu. PFAS worden op dit moment in Nederland en in (delen van) Europa als diffuse verontreiniging in bodem, grondwater en oppervlaktewater aangetroffen. Wat betekent dit gegeven voor het milieu en voor onze volksgezondheid? De staatssecretaris wilde geen risico’s nemen, omdat het antwoord op deze vraag vooralsnog onduidelijk was (er is nog weinig bekend over de mate van schadelijkheid van de PFAS). Daarom heeft zij op 8 juli 2019 het ‘Tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie’ gepresenteerd.

(Voorlopige) normen en gevolgen

In dit tijdelijke handelingskader is een norm ingesteld. Grond of baggerslib mag enkel in rivieren of plassen gestort worden als de concentratie PFAS niet hoger is dan 0,1 microgram per kilo droogstof. Dit is opvallend, omdat het RIVM eerder dit jaar in een rapport aan de hand van bestaande bevindingen heeft gesteld dat bekende milieurisico’s pas optreden bij concentraties van 3 microgram per kilo droogstof. De huidige norm van 0,1 microgram per kilo droogstof is extreem laag, wat met zich brengt dat meer dan 80 procent van de Nederlandse grond vervuild verklaard wordt. Hierdoor ontstaan allerlei knelpunten.

Zo moet de grond voorafgaand aan enige verplaatsing bemonsterd worden door gespecialiseerde laboranten, wat een kostbare aangelegenheid is. Daarnaast bestaan nauwelijks saneringsmogelijkheden. Uit angst en voorzorg wordt grond nu geweigerd, ook door stortplaatsen en baggerdepots. Hierdoor liggen veel projecten in de bouw stil met allerlei (financiële) gevolgen van dien. Steeds meer berichtgeving volgt, waarin de vrees voor een massaontslag in de bouwsector wordt geuit. Daarnaast wordt dus gesteld dat de PFAS voor de bouw misschien wel een groter probleem geeft dan de stikstofcrisis. Zou de PFAS-problematiek tot een nieuwe recessie kunnen leiden?

Alle bouw-, bagger- en grondverzetbedrijven zijn het erover eens, die norm van 0,1 microgram per kilo droogstof moet bijgesteld worden. Daarom organiseert de nieuwe actiegroep Grond in Verzet vandaag, op 30 oktober 2019, een landelijke actiedag op het Malieveld in Den Haag. Het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) dient zo snel mogelijk te bepalen wat een veilige norm is. Als de huidige norm verruimd wordt, zonder dat het milieu of de volksgezondheid in gevaar komt, kunnen bouwprojecten hervat worden. De staatssecretaris gaf eerder aan dat zij eind volgend jaar met een nieuw beleid wil komen. De nood is inmiddels zó hoog dat zij het RIVM heeft opgedragen uiterlijk 1 december 2019 al meer duidelijkheid te verschaffen over een nieuwe landelijke norm op basis van recente metingen. Enerzijds is deze termijnverkorting vrij optimistisch, anderzijds rijst de vraag of het niet te laat is voor de zzp’ers en de MKB’s die nu al financieel zwaar getroffen zijn door de PFAS-problematiek.

Wat is op dit moment mogelijk?

De enige mogelijkheid op dit moment is het afwachten van de uitslag van het RIVM en de reactie hierop van staatssecretaris Stientje van Veldhoven omtrent de verruiming van de PFAS-norm van 0,1 microgram per kilo droogstof. Overigens geldt deze norm voor grond dat (potentieel) in contact komt met grondwater, maar voor grond dat ten hoogste tot 1 meter onder het maaiveld komt in gebieden met een hoge grondwaterstand, geldt een norm van ten minste 3 microgram per kilo droogstof. Een aantal bedrijven, zoals hoveniersbedrijven, heeft hierdoor toch meer bewegingsruimte in de huidige situatie.

Het Tijdelijke handelingskader kan worden toegepast via de zorgplicht op grond van de Wet bodembescherming, het Besluit bodemkwaliteit en de Waterwet. Het Besluit bodemkwaliteit biedt de mogelijkheid lokaal af te wijken, om beter in te kunnen haken  op de lokale omstandigheden die zich voordoen. De afwijking geldt voor aangewezen beheergebieden in het bodembeheerplan. Als aan randvoorwaarden voldaan wordt, dus wanneer geen risico voor mens en milieu ontstaat en de kwaliteit van de bodem niet verslechtert (stand-still), kan een iets soepelere norm worden opgesteld voor grondverzet. Diverse overheden hebben al van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Conclusie

Op dit moment leidt de PFAS-norm van 0,1 microgram per kilo droogstof tot veel problemen in de gehele bouwsector, met allerlei gevolgen van dien. De hoop is dat de staatssecretaris deze norm op korte termijn zal bijstellen. Hiervoor is echter eerst advies nodig van het RIVM. Het RIVM heeft laten weten dit uiterlijk per 1 december a.s. aan te kunnen leveren. Als dat advies positief uitpakt, lijkt de weg inderdaad vrij voor een verruiming van de norm op korte termijn. Tot die tijd verkeert de bouwsector helaas in onzekerheid. Lokaal kan mogelijk wel in een bodembeheerplan een (lichte) verruiming van de PFAS-norm plaatsvinden.

Deze blog is geschreven door Stefanie Velding, student-stagiaire, en Casper Dekker, advocaat bestuurs- en omgevingsrecht.