Ontslag door gedragingen in de privésfeer
Enkele dagen nadat enkele Ajax ‘supporters’ tijdens de wedstrijd Ajax-Feyenoord een pop aan een strop hielden die Feyenoord-doelman Kenneth Vermeer moest voorstellen, hielden enkele toeschouwers bij een live uitgezonden dartswedstrijd bordjes omhoog met ondubbelzinnige teksten als “Kenneth NSB” en “Kenneth Vermeer ophangen!” met bijpassende illustraties en gebaren. Een stormvloed aan verontwaardigde reacties in de (sociale) media was het begrijpelijke gevolg. Daags na deze vertoning heeft de werkgever van een van deze toeschouwers in een persbericht verklaard met klem afstand te nemen van het gedrag van de werknemer en hem per direct op non-actief te hebben gesteld in afwachting van nader onderzoek. De werkgever lijkt daarmee te zinspelen op een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dit roept de vraag op in hoeverre gedragingen in de privésfeer reden kunnen vormen voor ontslag.
Handelingen in de privésfeer
Uitgangspunt is dat zuiver in de privésfeer gelegen handelingen buiten werktijd in beginsel geen reden vormen tot ontslag (al dan niet op staande voet). Dit kan echter anders zijn indien een zeker verband bestaat tussen de gedragingen van de werknemer en zijn werkzaamheden voor de werkgever. Daarvoor is wel vereist dat de gedraging een negatieve invloed heeft op het functioneren van de werknemer, de goede naam van de werkgever of de verhoudingen op de werkvloer. Dit kan onder meer het geval zijn indien:
- de goede naam van de werkgever ernstig wordt aangetast door het wangedrag van de werknemer;
- andere medewerkers bij de gewraakte gedraging zijn betrokken;
- in de arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk is overeengekomen dat bepaalde in de privésfeer gelegen handelingen niet zijn toegestaan;
- de aard van de functie van de werknemer maakt dat zijn positie ten gevolge van het wangedrag onhoudbaar is geworden; of
- de werknemer zich misdraagt op een personeelsfeest.
Reputatieschade werkgever
De uitspraak van de Kantonrechter Tilburg van 26 februari 2013 illustreert dat gedragingen in de privésfeer aanleiding kunnen vormen tot ontslag indien de goede naam van de werkgever daardoor wordt geschaad. Het ging in deze zaak om een beveiliger die lid was geworden van de motorclub Satudarah, waarvan bekend is dat een klein deel van de leden zich bezighoudt met criminele activiteiten. Nadat de beveiligingsmedewerker weigerde zijn lidmaatschap op te geven, werd door de werkgever een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend. De kantonrechter oordeelde dat zowel de werkgever als diens opdrachtgevers de beveiligingsmedewerker onvoorwaardelijk en blindelings moesten kunnen vertrouwen. Hoewel niet ter discussie stond dat de beveiligingsmedewerker niet was betrokken bij criminele activiteiten, oordeelde de rechter dat hij door zijn lidmaatschap van Satudarah wél de schijn van mogelijke betrokkenheid bij criminele activiteiten op zich wierp. Dat bracht volgens de kantonrechter met zich dat opdrachtgevers van de werkgever het vertrouwen zouden kunnen verliezen in een zorgvuldige uitoefening van de beveiligingstaken door de werkgever. Hoewel de beveiligingsmedewerker tien jaar uitstekend had gefunctioneerd, maakte deze mogelijke aantasting van de goede naam van de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de beveiligingsmedewerker werd ontbonden.
Betrokkenheid collega’s
Ook de betrokkenheid van collega’s kan maken dat zuiver in de privésfeer gelegen gedrag kan leiden tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst, zo blijkt uit de uitspraak van de Kantonrechter Eindhoven van 26 juni 2013. Deze zaak draaide om een manager die zijn collega’s per e-mail had uitgenodigd om, na afloop van een bedrijfsuitje in Amsterdam, de avond voort te zetten op de Wallen. De manager had in deze e-mail benadrukt dat het om een privéactiviteit ging. Zeven medewerkers zijn op de uitnodiging ingegaan. Het verdere verloop van de avond laat zich raden. Als de werkgever enkele maanden later bekend wordt met het ‘aanvullende programma’ verzoekt zij ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat, als een manager zijn medewerkers een activiteit voorstelt, deze activiteit niet meer als louter privéactiviteit kan worden gezien en de manager door het organiseren van deze seksueel geladen activiteiten de grenzen die een manager in acht behoort te nemen ruimschoots had overschreden. De arbeidsovereenkomst werd daarop ontbonden. Dat zou vanzelfsprekend niet zijn gebeurd als de manager alléén een prostituee had bezocht.
Verboden gedragingen
Een serveerster van het prestigieuze Hyatt-hotel op Aruba werd op staande voet ontslagen nadat een urinetest had uitgewezen dat zij cocaïne had gebruikt. De serveerster stelde dat zij geen cocaïne onder werktijd had gebruikt en het gebruik van cocaïne in haar vrije tijd niet had geleid tot een negatief effect op de uitvoering van haar werk. De Hoge Raad achtte het ontslag op staande voet in 2007 desalniettemin terecht verleend omdat het Hyatt-hotel een zeer streng antidrugsbeleid voerde en het de serveerster bekend was dat het gebruik van drugs tot ontslag zou kunnen leiden. Weliswaar bracht het strenge antidrugsbeleid van het Hyatt met zich mee dat het gebruik van cocaïne in privétijd niet mogelijk was zonder het risico te lopen ontslagen te worden, maar de Hoge Raad vond dat een dergelijke inbreuk in dit geval toelaatbaar was. Het Hyatt had immers belang bij het handhaven van een goede naam en onberispelijke reputatie.
Aard van de functie
De aard van de functie van een werknemer is mede bepalend of een louter in de privésfeer gelegen activiteit reden vormt voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst of niet. Zo werd het ontslag op staande voet van een keukenmedewerkster van een hotel, die in haar vrije tijd had meegewerkt aan de opname van een erotische film, door de kantonrechter Leeuwarden vernietigd omdat deze handelingen zich volledig in haar privésfeer hadden afgespeeld en er geen enkel raakvlak bestond met haar werkzaamheden. Vanwege zijn voorbeeldfunctie werd de arbeidsovereenkomst van een docent bij een onderwijsinstelling, die als acteur in een pornofilm had gespeeld, door de Kantonrechter Gouda wél ontbonden.
Wangedrag op personeelsfeest
In 2003 oordeelde de Kantonrechter Zwolle dat een werknemer terecht door zijn werkgever op staande voet was ontslagen nadat hij zich tijdens een personeelsfeest ernstig had misdragen. Gaat u er eens goed voor zitten: na excessief drankgebruik had de medewerker in kwestie zich schuldig gemaakt aan het proberen ten val te brengen van een steltloper, het zodanig hinderlijk gedragen dat een ander artiestenduo zich genoodzaakt zag het optreden voortijdig af te breken, het zonder toestemming bedienen van de geluidsapparatuur, het beledigen, bedreigen en fysiek bejegenen van zijn leidinggevende, het met ontbloot bovenlijf rondlopen in de zaal, het maken van seksuele toespelingen naar partners van collega’s, het in het kruis betasten van een vrouwelijke collega en het in het openbaar urineren tegen een tafel in de danszaal. De kantonrechter oordeelde dat voornoemde gedragingen bezwaarlijk anders dan als ‘ernstig wangedrag’ konden worden aangemerkt en een dringende reden vormen tot ontslag op staande voet. Het feit dat het gedrag niet is vertoond op de werkplek en niet tijdens werktijd en ook niet in verband staat met de feitelijke werkzaamheden van de werknemer, leidde volgens de kantonrechter niet tot een ander oordeel. De medewerker had overigens wél netjes zijn excuses aangeboden.
Conclusie
Wat betekent dit nu voor de toeschouwer bij de eerder genoemde dartswedstrijd, die na het beledigen van Feyenoord-doelman Kenneth Vermeer door zijn werkgever op non-actief werd gesteld? Vaststaat dat deze gedraging volledig in de privésfeer van de toeschouwer is gelegen. Dergelijke gedragingen kunnen in beginsel geen reden zijn tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst, tenzij een zeker verband tot de werkzaamheden bestaat. Nu de toeschouwer werkzaam is bij een zorginstelling, lijkt van een dergelijk verband op het eerste gezicht geen sprake. De toeschouwer is echter duidelijk herkenbaar in beeld gekomen op de nationale televisie. Het beeld van de toeschouwer met het kwetsende bordje in zijn handen, is vervolgens razendsnel verspreid op de diverse sociale media. Dit heeft ertoe geleid dat de toeschouwer snel door gebruikers van deze sociale media kon worden geïdentificeerd, waarbij ook de naam van zijn werkgever meermaals is genoemd. Mogelijk hebben patiënten van de werkgever en/of hun familieleden de toeschouwer herkend en verontwaardigd gereageerd. Gelet op de media-aandacht die dit incident heeft gekregen, valt zeker niet uit te sluiten dat nieuwe patiënten en/of familieleden de toeschouwer in de toekomst zullen herkennen. Het kan niet worden uitgesloten dat de werkgever zelfs negatieve reacties, gericht aan de toeschouwer, van buiten de organisatie heeft ontvangen. Het lijkt er dan ook op dat de toeschouwer de goede naam van zijn werkgever ernstig in diskrediet heeft gebracht. Mogelijk is ook onrust ontstaan onder de collega’s van de toeschouwer. Ontslag op staande voet lijkt een te zware maatregel, maar gelet op het voorgaande is niet onaannemelijk dat de kantonrechter zal oordelen dat sprake is van een dermate verstoorde arbeidsrelatie dat een beëindiging van de arbeidsovereenkomst geboden is.