null

Procesfinanciering in het ondernemingsrecht

Ongetwijfeld herkent u het: uw onderneming heeft een vordering op een derde partij, maar vanwege omstandigheden is het niet mogelijk of is er vanuit uw onderneming weinig belangstelling om deze claim door te zetten. Dat kan bijvoorbeeld liggen aan het gegeven dat er tijdelijk financiële krapte is, waardoor inschakelen van een advocaat op dat moment even wat minder uitkomt. Of vanwege het feit dat er op dat moment simpelweg te weinig belangstelling is om een bedrag te investeren in een procedure met een altijd toch wat onzekere uitkomst. 

"No cure no pay"-beginsel

Nederland kent het zogenaamde "no cure no pay"-beginsel, dat inhoudt dat advocaten in ieder geval kostendekkend moeten werken. Dat zorgt er dan ook voor dat het volgens de gedragsregels waar advocaten zich aan dienen te houden niet mogelijk is om, laten we zeggen tegen een uurtarief van EUR 1,00 p/u te procederen, waarbij de beloning van de advocaat mede afhankelijk is van de uitkomst van een te voeren procedure of onderhandelingstraject. Op dat “no cure no pay"-beginsel zijn wel enige uitzonderingen, zoals letselschade zaken, maar in de regel vormt het beginsel van no cure no pay een beletsel voor een advocaat om voor een uurtarief verder onder de kostprijs een zaak aan te nemen. 

En dan?

Dit kan er toe leiden dat een op zich aantrekkelijke claim in de la blijft liggen. Vorderingen kennen in beginsel echter een verjaringstermijn van vijf jaar. Dat lijkt een lange termijn, maar ingeval een mogelijke claim uit het oog wordt verloren, zou het kunnen zijn dat wanneer de belangstelling er wel is om deze te verzilveren, de claim verjaard is. Goed nieuws voor de debiteur, maar u staat aan het eind van het verhaal met lege handen. Gedurende de afgelopen jaren zijn er steeds meer oplossingen voor handen gekomen om de hiervoor genoemde materie op een voor u als crediteur aantrekkelijke wijze op te lossen. 

Verkoop van vorderingen

Feitelijk zijn er verschillende wegen om bij weinig budget alsnog te kunnen procederen,

waarvan ik er twee kort uiteen zal zetten in deze blog. De eerste is verkoop van vorderingen. Er zijn partijen in Nederland die geïnteresseerd zijn in het opkopen van vorderingen. Dat beginsel bestond in Nederland al langere tijd daar waar het ging om vorderingen van crediteuren in een faillissement. Partijen kijken dan wat de vermoedelijke uitkeringspercentages zullen zijn uit een faillissementsboedel en benaderen vervolgens individueel de crediteuren met een bieding die onder dat vermoedelijke percentage ligt in de hoop hun vordering te kunnen overnemen. Dat kan voordelen hebben voor de crediteur: immers, hij is niet afhankelijk meer van de uitkomst en snelheid van afwikkeling van een faillissement. Hij krijgt direct betaald op zijn vordering. Nadeel is natuurlijk wel dat deze benadering zijn prijs kent en er voor zorgt dat een crediteur niet het onderste uit de kan halen. Voor een dergelijke opkoper van vorderingen kleeft aan deze werkwijze natuurlijk ook een risico. Het kan immers zijn dat de gemaakte inschatting van de onderliggende waarde van de vordering te positief is gebleken en uiteindelijk een lager bedrag of percentage wordt uitgekeerd. 

Deze praktijk is overgeslagen naar "buiten faillissementssituaties" en dat heeft er voor gezorgd dat partijen zich zijn gaan richten op de aankoop van vorderingen buiten faillissement. Dus ook wanneer uw wederpartij niet failliet is, zijn er partijen die na zorgvuldige analyse bereid zijn om vorderingen op uw debiteuren over te nemen. Dit dient niet verward te worden met factoring. In geval van factoring wordt er een bevoorschotting verstrekt op vorderingen op debiteuren, maar zelden zal factoring ook inhouden dat het risico ter zake van niet inbaarheid van de vordering overgaat op de factormaatschappij. Met andere woorden: is een bevoorschotte vordering uiteindelijk niet inbaar, dan dient te worden terugbetaald.

Procesfinanciering

Een andere mogelijkheid, die de afgelopen tien jaar aan populariteit in Nederland heeft gewonnen, is procesfinanciering. Dit houdt in dat er op voorhand tussen de procesfinancier, crediteur, en advocaat afspraken worden gemaakt die in de regel inhouden dat de advocaat tegen een bepaald uurtarief de incasso van de vordering op zich zal nemen. Het honorarium van de advocaat wordt betaald door de procesfinancier. In het geval dat de zaak winnend wordt afgesloten, ontvangt u als schuldeiser het bedrag zoals dit bepaald is door de rechtbank of het bedrag dat door middel van een schikking tot stand is gekomen, min een afgesproken percentage waarmee de advocaatkosten en de risico-opslag voor de procesfinancier worden betaald. Deze werkwijze is toegestaan voor advocaten en die komen hier dan ook niet mee in conflict met de "no cure no pay" regel. 

Beide benaderingen zorgen er uiteraard voor dat de uiteindelijke opbrengst voor de schuldeiser lager ligt dan de initiële hoofdsom. Maar dat verdient nog altijd de voorkeur boven niets doen ter zake van de incasso van een vordering en die uiteindelijk laten verjaren. 

Tot slot 

Heeft u een vordering op een debiteur en is er om uiteenlopende redenen vanuit uw onderneming niet direct belangstelling/mogelijkheid om het juridische pad op te gaan, denk dan eens aan de mogelijke verkoop van uw vordering of procesfinanciering. 

Wij helpen u graag in uw wel afgewogen keuze.