Stakende havenwerkers
De Rotterdamse haven heeft een zekere traditie en reputatie wat betreft stakingen. Recent werden terminals van ECT op de Maasvlakte getroffen door een zogeheten “wilde staking” die werd ingezet in verband met uitstel van cao-onderhandelingen.
Staking is één van de zwaarste acties die werknemers tegen de werkgever als pressiemiddel kunnen inzetten. In Nederland is staken eerder uitzondering dan regel. Genoemde staking laat zien dat staking in Nederland nog steeds zo nu en dan voor komt. Dit geeft aanleiding om de juridische facetten van een staking weer eens onder de loep te nemen.
Wat is de definitie van staking?
Bij een staking weigert een groep werknemers (tijdelijk) het werk te verrichten met als doel een bepaald collectief belang te behartigen.
Welke vormen van staking zijn er?
Er zijn verschillende vormen van collectieve acties. Een aantal voorbeelden zijn:
- Het stilleggen van het werk door een grote groep werknemers (“klassieke werkstaking”)
- Het stilleggen van het werk door een kleinere groep werknemers (“selectieve staking”)
- Het om de beurt stilleggen van het werk door groepen werknemers (“estafettestaking”)
- Andere collectieve acties zoals stiptheidsacties, langzaamaanacties, blokkades, bezettingen, collectieve ziekmelding en het gratis leveren van diensten aan klanten (“alternatieve stakingen”)
Daarnaast kan een onderscheid worden gemaakt tussen een ‘georganiseerde staking’ en een ‘wilde staking’. Een georganiseerde staking wordt in gang gezet door een oproep van de werknemersvereniging, terwijl bij een wilde staking het initiatief om te staken vanuit de werknemers komt.
Het stakingsrecht
Het recht op collectieve acties volgt uit het Europese recht, namelijk uit het Europees Sociaal Handvest (ESH). Het ESH heeft rechtstreekse werking in Nederland.
Op grond van het ESH is een collectieve actie rechtmatig indien:
- Een belangengeschil bestaat tussen de werkgever en zijn werknemers, bijvoorbeeld over collectieve arbeidsvoorwaarden;
- De collectieve actie bijdraagt aan de doeltreffende uitoefening van het recht op collectief onderhandelen; en
- Niet gehandeld wordt in strijd met eerder gemaakte afspraken bij cao.
Aan deze Europese gezichtspunten heeft de Nederlandse Hoge Raad de volgende twee aanvullende voorwaarden toegevoegd:
- Een collectieve actie dient als uiterste middel te worden ingezet (“ultimum remediumbeginsel”);
- De voorgenomen collectieve actie dient tijdig aan de werkgever te worden aangezegd (“aanzegplicht”).
De Hoge Raad heeft deze voorwaarden later enigszins genuanceerd door deze niet meer als zelfstandige spelregels aan te merken.
Het beperken of uitsluiten van een staking
Een werkgever heeft in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid het stakingsrecht te beperken of uit te sluiten. Daarvoor dient hij aannemelijk te maken dat een beperking of uitsluiting gerechtvaardigd is. Gezien de spoedeisendheid van de situatie zal de werkgever in de regel een kort geding starten om de in zijn ogen onrechtmatige staking te verbieden.
Een staking is onrechtmatig indien beperkingen aan het recht op collectieve acties maatschappelijk gezien dringend noodzakelijk zijn. Volgens de Hoge Raad zijn onder andere de volgende omstandigheden van belang:
- De aard en de duur van de actie;
- De verhouding tussen de actie en het daarmee nagestreefde doel;
- De daardoor veroorzaakte schade aan de belangen van de werkgever of derden; en
- De aard van die belangen en die schade.
In dat verband kan ook betekenis toekomen aan het antwoord op de vraag of is voldaan aan het ultimum remediumbeginsel en/of de aanzegplicht en in welke bedrijfstak de acties plaatsvinden.
Indien door de rechter wordt geoordeeld dat de staking onrechtmatig is, kan hij een dwangsom opleggen voor elke dag waarop de stakende werknemers de staking toch voortzetten.
Het recht op loon tijdens staking.
Stakende werknemers hebben geen recht op loon tijdens de staking. Een collectieve actie valt namelijk in de risicosfeer van de stakende werknemers. Zij hebben immers op eigen initiatief het werk neergelegd. De stakende werknemers hebben ook geen recht op een WW-uitkering tijdens de staking. In sommige gevallen bestaat wel een aanspraak op een uitkering uit de stakingskassen van de vakbond.
Werknemers die het werk wel willen uitvoeren, maar hiertoe door de staking worden belemmerd, hebben niet in alle gevallen recht op loon. Voor deze groep werknemers geldt dat het al dan niet behouden van het loon afhangt van de stakingsvorm.
Stakingen die door werknemersverenigingen zijn georganiseerd en alternatieve stakingen worden in de regel geacht in de risicosfeer van de werknemers te liggen. Tijdens deze collectieve acties komt in beginsel ook aan werkwillige werknemers geen loon toe als zij hierdoor het werk niet kunnen verrichten.
Bij wilde stakingen kunnen werkwilligen wel aanspraak maken op loon, mits zij ten aanzien van de staking als buitenstaander beschouwd worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor werknemers die niets met de staking te maken hebben en die daarmee ook niet hebben ingestemd.
De stakende en niet stakende werknemers behouden volgens vaste rechtspraak wel aanspraak op loonvormen die niet direct afhankelijk zijn van het verrichten van werk. Voorbeelden zijn de leaseauto die privé mag worden gebruikt en kost en inwoning. Inkomsten die niet aan de periode van staking gerelateerd zijn, zoals een dertiende maand of bonus, blijven – afhankelijk van de omstandigheden van het geval – ook verschuldigd.
Tot slot
Een staking heeft voor meerdere partijen (soms verregaande) gevolgen. Alhoewel een staking een sociaal grondrecht is, zal niet elke werkonderbreking zomaar als rechtmatig worden beschouwd. Hoe dan ook, werknemers hebben met een staking een probaat middel om hun standpunten richting werkgever kracht bij te zetten. En daar is een staking doorgaans ook voor bedoeld.