Wnra-uitspraak van de Kantonrechter Maastricht in kort geding
Er zijn nog niet veel gepubliceerde uitspraken over ambtenaren die sinds 1 januari 2020 onder het ‘normale’ arbeidsrecht vallen (de zogenaamde Wnra-ambtenaren). De Kantonrechter Groningen had op 26 maart 2020 de primeur met de eerste (gepubliceerde) Wnra-uitspraak. Sindsdien blijft het echter opvallend stil qua uitspraken. Wel heeft Kantonrechter Maastricht op 25 mei 2020 in kort geding uitspraak gedaan in een kwestie waarin een ambtenaar van de gemeente Valkenburg onder meer wedertewerkstelling vorderde. Wat was er aan de hand?
Feiten
Een werkneemster is sinds 1 juli 2003 in dienst van de gemeente Valkenburg in de functie van concernjurist. Sinds 1 januari 2020 is een nieuwe gemeentesecretaris/algemeen directeur bij de gemeente werkzaam. De werkneemster heeft uit hoofde van haar functie kritiek geuit op de klachtbehandeling in verschillende klachtprocedures. Op 7 februari 2020 heeft zij de integriteit van de burgemeester bij de gemeentesecretaris ter discussie gesteld. Op 10 februari 2020 uitte de werkneemster wederom haar zorgen over het niet agenderen van de stukken inzake één van de klachtzaken. Het meermaals geplande en door de gemeentesecretaris toegezegde gesprek tussen de gemeentesecretaris, de burgemeester en de werkneemster heeft om verschillende redenen niet plaatsgevonden.
Sinds het gesprek van 7 februari 2020 ervaart de werkneemster een verslechterde arbeidsverhouding met de gemeentesecretaris. Op 23 maart 2020 heeft een gesprek met de gemeentesecretaris plaatsgevonden waarin de wijze van invulling van de werkneemster van haar functie en ook haar houding en gedrag is aangekaart. Op 27 maart 2020 heeft de werkneemster zich vervolgens ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft op 7 april 2020 geoordeeld dat er op dat moment geen arbeidsmogelijkheden in eigen of aangepaste werkzaamheden zijn. Wel is herstel op korte termijn te verwachten. De gemeente heeft werkneemster per 9 april 2020 de toegang tot de gemeentelijke systemen en zakelijke e-mail ontzegd.
Op 18 mei 2020 heeft de directeur van de gemeente Valkenburg, aan het college meegedeeld dat hij ervan op de hoogte was dat met de werkneemster een arbeidsconflict dreigde te ontstaan en dat alles had kunnen worden voorkomen als het eerder door de gemeentesecretaris toegezegde gesprek met de burgemeester had plaatsgevonden. De directeur geeft aan niet achter de gevolgde handelwijze te kunnen staan, waaronder het afsluiten van de werkneemster van alle systemen.
De werkneemster vordert vervolgens in kort geding om toelating tot de gemeentelijke systemen en haar zakelijke e-mail en veroordeling van de gemeente tot wedertewerkstelling in haar eigen functie.
Gebrek aan spoedeisend belang
Allereerst stelt de kantonrechter het spoedeisend belang aan de orde. De kantonrechter is van oordeel dat de gestelde omstandigheden niet van dien aard zijn dat op dit moment sprake is van een situatie, die zodanig acuut of ernstig is dat van werkneemster niet gevergd kan worden de uitkomst van een bodemprocedure af te wachten. Uit de terugkoppelingsadviezen van de bedrijfsarts blijkt dat werkneemster volledig arbeidsongeschikt is. Dat de beslissing van een werkgever om een werknemer de toegang tot alle systemen te ontzeggen in beginsel diffamerend kan zijn voor de betrokken werknemer en genoegdoening /erkenning herstel zou kunnen bevorderen, begrijpt de kantonrechter, maar kan niet tot een ander (voorlopig) oordeel leiden.
Bovendien heeft de gemeente in dat kader (ook ter zitting) steeds toegezegd dat de werkneemster wederom wordt toegelaten zodra zij kan re-integreren, wil zij de werkneemster vooralsnog ook in haar belang juist afschermen van mogelijk spanning verhogende zakelijke mail en heeft zij er als organisatie - in verband met het overzicht - tenslotte ook belang bij dat werkneemster gedurende haar arbeidsongeschiktheid niet aan dossiers werkt.
Gelet op het vorenstaande komt de kantonrechter niet toe aan de vraag of de gemeente de werkneemster de toegang tot de systemen en e-mail (on)terecht heeft ontzegd. Hetgeen hiervoor is overwogen, geldt ook voor de gevorderde wedertewerkstelling. Gelet op haar huidige arbeidsongeschiktheid heeft de werkneemster evenmin voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde wedertewerkstelling binnen 48 uur na betekening van het vonnis. De vorderingen worden dan ook afgewezen.
Tot slot
De vorderingen van de werkneemster werden dus afgewezen bij gebrek aan spoedeisend belang. De uitkomst bij een gevraagde voorlopige voorziening bij de bestuursrechter (dus voor invoering van de Wnra) was naar mijn mening niet anders geweest. Temeer daar de ervaring is dat de bestuursrechter het spoedeisend belang bij voorlopige voorzieningen strenger toetst dan de civiele rechter. Al met al komt de (gepubliceerde) Wnra-rechtspraak beetje bij beetje op gang, maar veel is het nog niet te noemen.