Betalingstermijnen MKB & grote ondernemingen gewijzigd per 1 juli 2022
Op 1 juli 2022 is een nieuw wetsvoorstel aangenomen. Op grond hiervan is de wettelijke termijn waarbinnen grote bedrijven de rekeningen van hun MKB en ZPP-leveranciers moeten betalen verkort van 60 dagen naar 30 dagen.
Vanuit de praktijk ontvangen wij hier geregeld vragen over. In deze blog bespreekt Alexandra van den Eijnden dan ook:
- Voor wie de verkorte betalingstermijn geldt
- Toepassing op nieuwe vs. bestaande overeenkomsten
- Toepassing in internationale verhoudingen
- De wettelijke rente
Voor wie geldt de verkorte betalingstermijn?
Vanaf de datum van inwerkingtreding geldt dat de maximale betalingstermijn is teruggebracht van 60 naar 30 dagen voor handelstransacties tussen een grote onderneming als betalende partij en een middelgrote of kleine onderneming als ontvangende partij. De maximale termijn van 30 dagen geldt uitdrukkelijk niet voor handelstransacties waarbij de betalende partij juist een kleine of middelgrote onderneming is en de ontvangende partij een grote onderneming is, of voor handelstransacties tussen twee ondernemingen van gelijke omvang. In die situaties kan dus nog steeds een afwijkende betalingstermijn worden bedongen.
Wanneer kwalificeert een onderneming als ‘groot’?
Een onderneming kwalificeert als grote onderneming wanneer zij op twee achtereenvolgende balansdata en nadien zonder onderbreking, aan twee van de drie volgende drie criteria heeft voldaan:
- meer dan € 20 miljoen activa balanswaarde (op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs);
- meer dan € 40 miljoen netto-omzet over het boekjaar;
- gemiddeld gedurende het boekjaar, meer dan 250 werknemers.
Een onderneming die niet voldoet aan ten minste twee van deze criteria, is een MKB bedrijf of een ZZP-er.
Nieuwe vs. bestaande overeenkomsten
De wet is in werking getreden op 1 juli 2022. Sinds deze datum geldt het volgende ter zake van nieuwe en bestaande overeenkomsten:
Nieuwe overeenkomsten
Sinds 1 juli 2022 is de nieuwe betalingstermijn direct van toepassing op nieuwe overeenkomsten tussen grote ondernemingen als betalende partij en MKB/zelfstandige als ontvangende partij.
Bestaande overeenkomsten
Voor bestaande overeenkomsten zal een overgangstermijn gelden tot 1 juli 2023. Lopende overeenkomsten hoeven dus (nog) niet te worden aangepast. Vanaf 1 juli 2023, moeten ook de lopende overeenkomsten in overeenstemming zijn gebracht met de nieuwe wetgeving. Op het moment dat partijen toch een termijn afspreken die langer is dan 30 dagen (of als de bestaande overeenkomst nog niet is aangepast), is die betalingstermijn nietig. Er geldt dan automatisch een betalingstermijn van 30 dagen. Als grote ondernemingen na meer dan 30 dagen een ingediende factuur van een MKB-onderneming betalen, dan zijn zij ook automatisch wettelijke handelsrente verschuldigd over de termijn die die 30 dagen overschrijdt.
Toepassing in internationale verhoudingen
Regelmatig krijgen wij de vraag of het wetsvoorstel ook geldt met betrekking tot buitenlandse ondernemingen. Dat hangt af van de vraag welk recht van toepassing is op de overeenkomst. De nieuwe betalingstermijn, die voortvloeit uit het nieuwe artikel 6:119a lid 6 BW, is een namelijk regel van Nederlands recht. Dit artikel is dan ook alleen toepasselijk wanneer op een specifieke overeenkomst Nederlands recht van toepassing is. Nederlands recht is in beginsel van toepassing indien ofwel leveringen en diensten in Nederland worden verricht ofwel in een specifiek rechtskeuzebeding Nederlands recht van toepassing wordt op de overeenkomst. Als in een dergelijke clausule de wetten van een ander land van toepassing worden verklaard, zijn die wetten van toepassing.
Factuurrelatie is anders dan contractrelatie
In de praktijk wordt geregeld formeel gecontracteerd met een buitenlands moederbedrijf, terwijl geleverd en gefactureerd wordt aan diens Nederlandse dochteronderneming door een Nederlandse of buitenlandse leverancier. In principe maakt dat geen verschil voor het toepasselijk recht en dus of de verkorte betalingstermijn wel/niet van toepassing is. Dat volgt uit artikel 6:119a lid 1 BW, waarin staat dat het artikel van toepassing is op handelsovereenkomsten (d.w.z. rechtspersonen/natuurlijke personen in de uitoefening van beroep en/of bedrijf). Doorslaggevend is dus niet waar de factuur naartoe gaat, maar wie de overeenkomst sluit. Dit laat uiteraard de mogelijkheid open dat een dochtermaatschappij of buitenlandse entiteit de overeenkomst namens de grote onderneming sluit.
Regels met betrekking tot wettelijke rente
De regels omtrent de wettelijke rente blijven hetzelfde: als geen betalingstermijn is afgesproken is de wettelijke rente verschuldigd vanaf 30 dagen na ontvangst van de factuur. Deze rente bedraagt nog steeds 8%. Er gelden afwijkende termijnen als de factuur van te voren is verstuurd, als de factuurdatum niet vaststaat, of als een termijn voor acceptatie van het goed of de dienst is overeengekomen. Partijen kunnen verder nog steeds afspreken dat de betalende partij bij overschrijding van de betalingstermijn een andere rentevoet verschuldigd is dan de wettelijke handelsrente.
Heeft u vragen over de verkorte betalingstermijnen of wilt u meer over dit onderwerp weten? Neem dan contact op met Alexandra van den Eijnden.