Aansluiting op het elektriciteitsnet onder hoogspanning
In de aannemingspraktijk levert de aansluitplicht van netbeheerders regelmatig discussie op. Aannemers lopen daardoor het risico dat hun project wordt vertraagd en zij als gevolg niet tijdig kunnen opleveren. Dat heeft vanzelfsprekend schade tot gevolg. Schade die zij willen voorkomen. In veel gevallen is dat mogelijk, als een aannemer maar snel genoeg in actie komt.
In juli 2022 publiceerde ik het blog ‘Elektriciteitsvoorzieningen te laat aangesloten: bij welke partij ligt het risico?’. Vandaag deel 2 over perikelen met aansluiting op het elektriciteitsnet en – belangrijker – tips om met die perikelen om te gaan.
De aansluitplicht en terugkerende perikelen
Hieronder geef ik een overzicht van argumenten van netbeheerders waarom zij niet op tijd aansluiten en het oordeel van geschilbeslechtende instanties.
Aanvraag mag niet worden geweigerd, zelfs als illegaal net dreigt te ontstaan
In een geschil tussen een woningstichting en Liander heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ‘ACM’) geoordeeld dat de aansluitplicht absoluut is. [1] Zelfs als een illegaal particulier net dreigt te ontstaan, mag de netbeheerder een aanvraag voor een elektriciteitsaansluiting niet weigeren.
Netbeheerder die redelijke termijn niet haalt kan beboet worden
In een besluit op bezwaar van Liander heeft de ACM geoordeeld dat zij bevoegd is om een boete op te leggen als de redelijke termijn bij het realiseren van elektriciteitsaansluitingen niet wordt nageleefd. [2] De ACM laat de monopoliepositie van Liander in haar verzorgingsgebied zwaar wegen: het verzorgen elektriciteitsaansluitingen is een van haar de kerntaken. Verder weegt de ACM mee dat netbeheerders voor schade bij de aanvrager (kunnen) zorgen als te laat wordt aangesloten.
Personeelstekort is geen overmacht
In een kort geding van Nedcool B.V., een koelhuis voor onder meer groente en fruit, tegen Liander heeft de voorzieningenrechter een oordeel gegeven over een beroep op overmacht door Liander.[3] Liander stelde dat zij zich niet aan de redelijke termijn kon houden, omdat zij met een tekort aan technisch geschoold personeel kampte. De voorzieningenrechter ging hier niet in mee; door het bieden van goede arbeidsvoorwaarden heeft Liander zelf invloed op (de omvang van) haar personeelsbestand en dus geen sprake van overmacht.
NB: een (combi-)aannemer van een netbeheerder kan zich dus ook niet verweren met de stelling dat zij over te weinig personeel beschikt. De netbeheerder moet die aannemer dan aansporen om toch tijdig aan te sluiten.
Discriminatieverbod en redelijke termijn
In de kort gedingprocedure tussen Nedcool en Liander heeft de voorzieningenrechter daarnaast geoordeeld dat Liander zich aan het discriminatieverbod moet houden en dat zij zich óók aan de redelijke termijn moet houden. Met andere woorden: aanvragers mogen niet worden voorgetrokken of achtergesteld (het ‘first come, first served’-principe is toegestaan), maar de redelijke termijn geldt in beginsel altijd.
Redelijke termijn gaat lopen vanaf opdrachtverlening
Een laatste aandachtspunt dat in alle procedures wordt getoetst is het moment waarop de redelijke termijn aanvangt. Hoewel de wet op dit punt niet duidelijk is, wordt in bestendige rechtspraak gerekend vanaf de datum waarop een aanvrager de opdracht aan een netbeheerder heeft verstrekt. Daaraan gaat de aanvraag door de aanvrager (meestal via ‘mijnaansluiting’) en het sturen van een offerte door de netbeheerder vooraf.
Als een netbeheerder de offerte niet of niet snel genoeg stuurt, informeer dan regelmatig schriftelijk naar het uitblijven van de offerte om zo de netbeheerder in beweging te krijgen.
Vertraging in vergunningaanvraag door netbeheerder; geslaagd beroep op overmacht
In een bodemprocedure van Sun Invest, een ontwikkelaar van zonneparken, tegen Enexis heeft de Rechtbank Oost-Brabant geoordeeld dat door onvoorziene omstandigheden tijdens de vergunningprocedure aan Enexis een beroep op overmacht toekomt. [4] Daardoor is Enexis niet schadeplichtig voor het niet nakomen van de redelijke termijn.
Huidige wetgeving
In artikel 23 Elektriciteitswet is de aansluitplicht van netbeheerders vastgelegd. Geschilbeslechtende instanties toetsen altijd aan deze bepaling. De aansluitplicht:
- is absoluut, netbeheerders mogen een aanvraag niet weigeren;
- staat géén discriminatie tussen aanvragers toe;
- staat géén onderscheid tussen bouw- en definitieve aansluitingen toe;
- staat géén onderscheid tussen nieuwe, wijziging of verzwaring van aansluitingen toe;
- moet met een redelijke termijn worden nagekomen, tenzij sprake is van een zware aansluiting van 10 MVA of meer;
- staat alleen een beroep op overmacht toe als het gaat om een “productie-installatie voor de opwekking van duurzame elektriciteit” of een “installatie voor hoogrenderende warmtekrachtkoppeling”.
De ‘nieuwe’ redelijke termijn
In de Elektriciteitswet is de redelijke termijn (nog steeds) bepaald op 18 weken. Na een uitspraak van het Europese Hof van Justitie in september 2021 is deze termijn onverbindend verklaard. De ACM is namelijk als enige bevoegd om een redelijke termijn vast te stellen, niet de wetgever.
Op 14 juli 2022 heeft de ACM het ‘ontwerpbesluit codewijziging aansluittermijnen’ ter consultatie gepubliceerd, ter aanpassing van de Netbode elektriciteit.[5] Zij stelt de volgende redelijke termijnen voor:
- wijziging van bestaande aansluiting ≤ 3x80A zonder grondwerk à 12 weken;
- nieuwe aansluiting ≤ 3x80A met grondwerk à 18 weken;
- nieuwe aansluiting of wijziging van bestaande aansluiting ≥ 3x80A, ≤ 10MVA à 40 weken;
- nieuwe aansluiting of wijziging van bestaande aansluiting ≥ 10MVA à termijn overeenkomen.
Nieuw is dat de netbeheerder in uitzonderlijke gevallen een beroep op overmacht mag doen, als zij een redelijke termijn niet haalt. Het instellen van een vordering tot nakoming van de redelijke termijn door aanvragers wordt mogelijk lastiger, omdat de redelijke termijn minder ‘hard’ lijkt te worden. De ACM heeft overigens niet de bedoeling om af te wijken van de rode draad in haar besluiten en in rechtspraak.
Daarnaast staat het partijen vrij om op voorhand een afwijkende termijn overeen te komen. Daarmee kan bijvoorbeeld worden geanticipeerd op (lokale) knelpunten als een overvol stroomnet en een personeelstekort, waardoor de redelijke termijn in de praktijk niet altijd gehaald wordt. Ik kan mij voorstellen dat aan netbeheerders in dat geval (nog minder snel een beroep op overmacht (en/of onvoorziene omstandigheden) toekomt.
Let op: de termijnen gelden alleen voor het aanleggen van de infrastructuur (de aansluiting), maar niet voor het transport van elektriciteit via deze infrastructuur. De redelijke termijn is nagekomen als de aansluiting is gerealiseerd. Als transport niet tegelijkertijd gestart kan worden, dan moet de netbeheerder dat in zijn offerte benoemen.
De ACM moet het besluit nog definitief vaststellen. Daarbij zal zij naar verwachting de ingediende zienswijzen betrekken. Pas dan zal duidelijk worden hoe de ‘redelijke termijn’ in de toekomst zal worden ingevuld.
Conclusie
Tijdig gerealiseerde elektriciteitsaansluitingen blijven voor perikelen en discussie zorgen. Dien uw aanvraag tijdig in en stuur de offerte – na ontvangst – snel en met vermelding van de juiste gegevens retour. Betrek de netbeheerder vroegtijdig bij de overall projectplanning en zorg dat hij aangehaakt blijft, zodat snel op eventuele vertragende omstandigheden kan worden geanticipeerd.
Wij kunnen u adviseren over tijdige aansluiting op elektriciteitsvoorzieningen. Daarbij kunnen wij de netbeheerder sommeren en proberen om de planning van zijn aannemer te beïnvloeden. Zo nodig kunnen wij in een kort geding vorderen dat de aansluiting op datum X gerealiseerd is, op straffe van een dwangsom. Verder kunnen wij u adviseren over (de gevolgen van) een mogelijke overschrijding van de contractuele bouwtijd. Ten slotte kunnen we u helpen om schade op de netbeheerder te verhalen.
Neem daarvoor contact op met Sheila van Gemeren via gemeren@thna.nl.
Dit blog is eerder gepubliceerd als artikel in de Cobouw van 19 april 2023, zie deze link.
Verwijzingen
[1] Besluit ACM 31 maart 2022, ACM/UIT/577168.
[2] Besluit ACM 1 februari 2021, ACM/UIT/549078.
[3] Rb. Gelderland (vzr.) 25 juli 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:3667 (Nedcool/Liander).
[4] Rb. Oost-Brabant 23 maart 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:1032.
[5] Ontwerpbesluit ACM 14 juli 2022, ACM/UIT/573189.