Arbeidsrecht - Ten Holter Noordam advocaten

Ontwerpadvies SER over de arbeidsmarkt nader beschouwd

‘We moeten in Nederland de bakens verzetten’, zo luidde de hoofdboodschap begin vorig jaar van de commissie-Borstlap. Nu anderhalf jaar later, terwijl de kabinetsformatie in volle gang is, is het ontwerpadvies ‘Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving’ van de Sociaal-Economische Raad (SER) verschenen.

Het ontwerpadvies van de SER, dat mede is gericht tot het nog te formeren kabinet, is gericht op de middellangetermijn en bevat onder andere voorstellen met betrekking tot de arbeidsmarkt. Concreet doet de SER aanbevelingen op een drietal terreinen:

1.    arbeidsmarkt, inkomensbeleid en gelijke kansen;

2.    investeren in brede welvaart, publieke sector en toekomstig verdienvermogen;

3.    budgettair beleid.

Over de belangrijkste aanbevelingen op het eerste terrein, namelijk het reguleren van contracten en een proactieve arbeidsmarktinfrastructuur, leest u hieronder meer.

Arbeidsmarkt, inkomensbeleid en gelijke kansen

1.    Reguleren van contracten

Het uitgangspunt blijft de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Flexibele arbeidsrelaties worden als het aan de SER ligt alleen nog gebruikt in situaties van ‘piek en ziek’, maar niet meer om een concurrentievoordeel te bewerkstelligen.

De SER stelt in dit verband voor:

Reguleren tijdelijke contracten en driehoeksrelaties

  • Werkgevers mogen (net als nu het geval is) drie tijdelijke contracten gedurende maximaal drie jaar aangegaan. De onderbrekingstermijn van zes maanden komt echter te vervallen, behalve voor scholieren en studenten. Voor seizoensarbeid geldt een onderbrekingstermijn van 3 maanden.
  • Behalve voor scholieren en studenten, komen oproepcontracten te vervallen en worden vervangen door basiscontracten met ten minste een kwartaalurennorm. Als basis voor de opvolgende kwartaalurennorm geldt het gemiddeld aantal uren waarover loon is betaald in een kwartaal.
  • Verplichte certificering van uitzendbureaus.
  • De maximale duur van Fase A voor uitzendwerknemers wordt verkort van 78 naar 52 weken. Dit betekent dat na 52 weken géén uitzendbeding meer geldt, onbeperkt gebruik van tijdelijke contracten niet meer is toegestaan en de loondoorbetalingsverplichting niet langer mag worden uitgesloten. Aansluitend op Fase A geldt Fase B. In die fase mogen maximaal zes tijdelijke contracten gedurende 2 jaar worden overeengekomen in plaats van zes tijdelijke contracten gedurende 4 jaar zoals nu het geval is.
  • Uitzendwerk alleen bij piek en ziek en niet meer met het oog op kostenbesparing of vermijden van arbeidsrechtelijke risico’s. Uitzendwerknemers hebben in ieder geval recht op gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als die gelden bij de inlener. Afwijking bij cao is (anders dan nu het geval is) niet langer mogelijk.
  • Ongewenste vormen van contracting worden geadresseerd in ‘Code verantwoord arbeidsmarktgedrag’.

Stimuleren van aangaan duurzame arbeidsrelaties

De SER stelt (terecht) vast dat werkgevers momenteel te veel nadelen ervaren aan de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Het moet voor werkgevers dus aantrekkelijker worden om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te gaan. De belangrijkste voorstellen om dit te bereiken zijn:

  • Het vaste contract moet flexibeler. Actiever gebruik van zelfroosteren of de jaarurensystematiek. Daarnaast moet het voor ondernemingen mogelijk zijn eenzijdig de arbeidsduur voor alle werknemers met maximaal 20% te verlagen in het geval van bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag zouden hebben geleid. De werkgever kan dit eenzijdig besluiten, indien het loon wordt doorbetaald. In overleg tussen decentrale partijen kan daarvan worden afgeweken. Voor 75% van de loonkosten over de verlaagde arbeidsduur is de werkgever verzekerd door een compensatieregeling van de overheid. De systematiek lijkt op die van de NOW.
  • Als werkgevers en werknemers samen kiezen voor een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met inbegrip van een werk-naar-werk-route, dan is de transitievergoeding niet verschuldigd. Als een werknemer in het kader van dat traject door de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst tijdelijk een beroep moet doen op WW, geldt tijdelijk een hogere WW-uitkering. Mocht het de werkgever lukken om een werknemer met een flexibele overeenkomst naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te begeleiden, dan krijgt de werkgever de flex-opslag van op de hoge WW-premie terug.
  • De diverse verlofregelingen (zoals geboorte-, vaderschap-, calamiteiten- en zorgverlof) worden gestroomlijnd en verduidelijkt in een nieuwe regeling ‘Maatschappelijk Verlof’. De SER zal voorstellen doen voor een evenwichtige financieringswijze.
  • Werkgevers kunnen verantwoordelijkheden voor verloop van re-integratietraject en loondoorbetaling bij ziekte door middel van een verzekering overdragen. Verder stelt de SER voor dat in het tweede jaar van ziekte de re-integratie in principe altijd op het tweede spoor is gericht. Na twee jaar ziekte of eerder als de werknemer duurzaam via het tweede spoor bij een andere werkgever een baan heeft gevonden, eindigt de arbeidsovereenkomst. Ook volgt de SER het advies van de Stichting van de Arbeid om de drempel voor een WIA-uitkering te verlagen van 35% arbeidsongeschiktheid naar 15%.

Het verrichten van zelfstandige arbeid

De SER adviseert ook om de positie van de echte zelfstandigen te verbeteren en wil het gebruik van schijnconstructies tegengaan. De belangrijkste voorstellen hiertoe zijn:

  • Afbouw van zelfstandigenaftrek. Daarvoor in de plaats komen fiscaliteiten voor zzp’ers die daadwerkelijk ondernemersrisico lopen. De invulling daarvan is nog niet bekend.
  •  ZZP’ers worden verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Er komt daarnaast een sociaal vangnet voor zzp’ers voor bijzondere en onvoorziene omstandigheden. Ook dit moet nog worden ingevuld. Over de hoogte van de premie zegt het advies niets.
  •  In het geval van een tarief onder de 30 á 35 euro per uur geldt het rechtsvermoeden van werknemerschap: de werkende wordt geacht werknemer te zijn, tenzij de opdrachtgever bewijst dat dit niet het geval is.

2.    Een proactieve arbeidsmarktinfrastructuur

Net als de Commissie-Borstlap, hecht de SER er waarde aan om mensen meer zekerheid te bieden op een duurzame arbeidsloopbaan. Daarvoor is volgens de SER een arbeidsmarktinfrastructuur nodig die zorgt voor het voorkomen van werkloosheid met behulp van Leven Lang Ontwikkelen- (LLO) Van-werk-naar-werk-trajecten (VWNW).

De SER ziet hierin een belangrijke taak weggelegd voor sociale partners die in samenspraak met de overheid afspraken over de opbouw, fasering en uitrol van een aanbod dat voorziet in LLO en VWNW.

Ook moedigt de SER werkgevers aan om zich aan elkaar te verbinden door het oprichten van werkgeversnetwerken. Hierdoor ligt een overstap van werk naar werk eerder voor de hand.

Komt het ontwerpadvies in het regeerakkoord?

Het ontwerpadvies van de SER moet nu worden voorgelegd aan de achterban van de verschillende werkgeversverenigingen en vakbonden. Als deze instemmen, dan is vervolgens het woord aan de politiek. Gezien het feit dat de kabinetsformatie momenteel nog gaande is, is het niet ondenkbaar dat dit advies (en het rapport van de Commissie-Borstlap) terugkomt in het uiteindelijke regeerakkoord. Of dat ook echt zo is, zal de tijd leren.

Mocht u in de tussentijd vragen hebben over het ontwerpadvies of hierover van gedachte willen wisselen, dan kunt u contact opnemen met Alex Olsthoorn.